_'l 'üf~* 758"% Y'"-' - 36 - Far.2. Kwantitatieve uitgangspunten gehanteerd bij do samen- stolling van hot ontworp--boleidsplan Ontwikkeling van het inwonertal en voort gang van de bebouwing. Overeenkomstig de nota woningbouwbeleid tot 19-35 wordt uitgegaan van de volgende aantallen inwoners en mutaties in het woning bestand. Jaar Aantal inwoners IT ieuwe woningen Vervallen woningen 1975 C3.C75 640 300 1976 03.412 510 300 1977 G3.446 500 300 1978 33.963 600 300 Ontwikkeling Icon- en prijspeil. Voor het loon-- en prijspeil zijn de uitgangspunten, zoals die in do miljoenennota voor 1975 zijn vermeld, aangehouden. Voor 1975 betekent dit een algemene loonsverhoging van 1 2^j en een algemene prijsstijging van 0$. Voor de jaren 1976 tot en met 1970 wordt uitgegaan van een algemene loonsverhoging van per jaar en een algemene prijsstijging van 5{./-> per jaar. Gemiddeld kan wegens loon- en prijsstijging een stijging van per jaar worden aangehouden. In de financiële overzichten zijn de bedra gen per sector op basis van oen constant loon- en prijspeil geraamd. De invloed van loon-- en pri jssti jgingen in de jaren 1975 (gedeeltelijk) tot en met 1973 wordt na aftrek van de hier voor te ontvangen deklcingsmiddèlen als z.g. inflatiecorrectie in één bedrag geraamd in do staat bij paragraaf 15 van hoofdstuk VI. Rente over nieuwe investeringen. Dij de raming van de kapitaallasten van ten laste van de gemeente blijvende onrendabele investeringen of gedeelten daarvan is re kening gehouden met een rentepercentage van 11. Ontwikkeling belastingen, rechten en diverse inkomsten. Uitgegaan is van de veronderstelling, dat de belastingen in ver band met de voortschrijdende inflatie eveneens met gemiddeld 0>ó per jaar zullen worden verhoogd. \._v-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 38