- 118 - Stichting voor LIaatschap pelijke Dienstverlening met deze functionaris uit te "breiden. Een aantal jeugdwerkinstel lingen, Pro Juventute, Raad voor Jeugdaangelegenheden, e.d. hebben destijds de aan stelling van een streetcorner- worker bepleit en geadviseerd deze formeel te doen aanstel len bij het C.O.L. Hu na 2 jaar de formele goed keuring van C.R.M. is ontvan gen, blijkt de situatie zich inmiddels te hebben gewijzigd. Meergenoemde instellingen, alsmede de Raad voor Maat schappelijke Dienstverlening, hebben het C.O.L. gevraagd bij het gemeentebestuur te beplei ten dat de aan te stellen kracht in dienst zal treden als z.g. outreaching-worker bij Het Vliet. Hier is n.l. een relatief grote groep jeugd die zij wegens gebrek aan man kracht geen ondei^dak kan bie den. Waarom is dit advies niet opgevolgd? Met de vrijgekomen gelden t.g.v. het niet-aanstellen van een streetcorner-worker dient een outreachingworker te worden aangesteld, welke eventueel moet worden onder gebracht bij Het Vliet. De groep jongeren waarvoor onze raad de aanstelling van een streetcornerworker wense lijk achtte, manifesteert zich op het ogenblik minder duide lijk en hinderlijk, maar be staat nog steeds als een groep jongeren, die begeleiding no dig heeft. Het is derhalve naar onze mening volstrekt onjuist het voor de street cornerworker bestemde geld aan te wenden voor een ambu lant functionaris. Ligt het niet meer voor de hand en is het niet juister dit geld te besteden voor het aanstellen van een eventueel bij het jongerencentrum Het Vliet Binnen het raam van de financiële mogelijkheden zien wij als gevolg van het bovenstaande dan evenwel geen kans om ook het verzoek tot aanstelling van een ambulant functionaris te honoreren. In het kader van de bestrijding van de jeugdwerkloosheid zijn echter mogelijkheden aanwezig om een dergelijke kracht tijdelijk voor 100$ door het rijk gesubsi dieerd te krijgen. Wij gaan na in hoeverre hiervan in dit geval gebruik kan worden gemaakt

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 395