- 65 -
Par3Beleidssector Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken,
Verkeer en Openbaar Vervoer.
Taakstelling Dienst Stadsontwikkeling.
De Dienst Stadsontwikkeling bestaat, zoals U weet, uit een hoofd
afdeling Ruimtelijke Ordening/Management, een hoofdafdeling Openbare
Werken, een hoofdafdeling Stedebouw/Bouwkunde en een hoofdafdeling
GrondbedrijfDe hoofdafdelingen zijn onderverdeeld in een aantal
afdelingen. De taak van de dienst kan worden omschreven als; het
voorbereiden, uitvoeren, beheren, onderhouden en evalueren van
die gemeentelijke maatregelen, die betrekking hebben op het terrein
van de stadsontwikkeling.
Ter bepaling van de omvang van de dienst zijn drie uitgangspunten
mogelijk. Ten eerste; alle voorkomende taken zelf uitvoeren, zowel
normale als specialistische, ook in hausse-perioden. Ten tweede;
alle voorkomende normale taken uitvoeren op basis van een normaal
opdrachtenpakket. Ten derde; alleen datgene zelf uitvoeren wat
minder gemakkelijk uit te besteden is; alle andere werken door
particulieren laten uitvoeren onder begeleiding van de dienst.
Gezien de personeelsbezetting die de dienst nu heeft, het te ver
wachten minimale verloop en de leeftijdsopbouw, is de eerste ja
ren alleen mogelijkheid twee reëel. Voor sommige afdelingen (bouw
kunde en onderhoud) is op het ogenblik een normaal opdrachtenpak
ket echter slechts met moeite te realiseren.
Het ligt in onze bedoeling een werkgroep in te stellen die zal
moeten adviseren over de optimale omvang van elke afdeling. Tot
het moment waarop de uitkomsten van de studie bekend zijn, zal
ten aanzien van de personeelsbezetting van verschillende afdelin
gen van de dienst een restrictief beleid worden gevoerd. Slechts
bij de afdeling Stedebouw mag het personeelsbestand iets toenemen;
bij de afdeling Plantsoenen zal een verschuiving plaatsvinden naar
"toezicht
T.a.v. de huidige personeelsbezetting zij opgemerkt dat de afde
lingen Bouwkunde en V/eg- en Waterbouw een pakket aan opd.rachten
in de orde van grootte van 6 resp. 15 miljoen per jaar dienen te
verkrijgen.
In verband hiermede en gezien de noodzaak om op onderhoud en
schoonmaken van diverse gebouwen en scholen te bezuinigen, met de
hieruit voor de betrokken afdeling voortvloeiende vermindering