- 72 -
Van de reeds genoemde jaarlijkse netto-investering van 3*000.000,
is een "bedrag van 2.390» 000,-- bestemd voor de aanleg van stra
ten en pleinen. De hieruit voortvloeiende kapitaallasten bedragen
324*000,per jaar. De onderhoudskosten dienen in verband
hiermede vanaf 1976 te worden verhoogd met 70.000,-- per jaar.
Iïet lijkt ons verantwoord om als gevolg van de moeilijke finan
ciële positie, waarin de gemeente verkeert, het algemene onder-
houdspeil van de straten en pleinen enz. te verlagen. Dit zal
leiden tot een uitgavenvermindering van 383*000,--. Ook op het
onderhoud van wegen en voetpaden kan om dezelfde reden een bezui
niging worden toegepast van 111.000,--.
In verband met de uitbreiding van het stratennet dient de in die
straten benodigde riolering te worden aangelegd. De daaraan ver
bonden kapitaallasten dienen te worden geraamd op 61.000,--
per jaar. Door middel van het verlagen van het algemene onder-
houdspeil kan een bezuiniging worden gerealiseerd van 80.000,--
per jaar.
Als gevolg van de toenemende behoefte aan parkeergelegenheid in
de binnenstad zal het aantal parkeermeters en parkeerautomaten
geleidelijk aan moeten worden uitgebreid. Met deze uitbreiding
zijn uiteraard ook kosten van extra onderhoud gemoeid. Op het
onderhoud van markeringen en het treffen van bijzondere voor
zieningen kan een bedrag van 69.000,worden bezuinigd.
Tenslotte zal o.i, de voorgestelde uitbreiding van het aantal
parlceercontroleursdat thans vijf bedraagt, voorshands kunnen
vervallen. Dit betekent een besparing van 46,000,--. Ha het
tot stand komen van het parkeerplan, dat inmiddels in voorberei
ding is genomen, zal hierover nader kunnen worden beslist.
In verband met de stadsuitbreiding is een verhoging van de post
"onderhoud parken en plantsoenen" noodzakelijk. Overigens is,
hoewel wij een kwaliteitsvermindering van parken en plantsoenen
ten zeerste betreuren, op dit onderhoud in het kader van de sa
nering een geleidelijke bezuiniging toegepast. Dit zal in het
algemeen resulteren in het aanbrengen van een groffere beplanting
en eventueel het vervangen van bloemperken door gras c.q. bos
plantsoen. Bovendien zal door het stabiliseren van het personeels
bestand de oppervlakte te onderhouden openbaar groen per perso
neelslid moeten worden verhoogd van 1-g tot 2 a 3 ha. Dit zal
uiteraard consequenties Ihebben voor het onderhoudspeilwaarbij
wellicht ook betrokken moeten worden de heemtuinen en de rozen-