de feitelijke oplevering van het gekochte zal geschieden vrij van
gebruik en ontruimd, behoudens de aanwezigheid in bruikbare staat van
die onderdelen van de bedrijfsinrichting en inventaris, die achter
blijft en mede aan de gemeente is verkocht, slechts achteruitgegaan
voorzover normaal gebruik tot de feitelijke oplevering daartoe leidt;
de verkoopster verkrijgt het recht de op het verkochte aanwezige
stoomketel voor eigen risico en kosten van het verkochte te verwijderen;
in dat geval zal de verkoopster een bedrag van 40.000,aan de
gemeente vergoeden, welk bedrag zal worden verrekend binnen één maand
na de datum van het verwijderen van de stoomketel;
de koopster en de verkoopster aanvaarden met betrekking tot de helft
van de bouwkosten met een maximum van 5.500.000,de verplichting
tot onderlinge verrekening van het risico wegens stijging van lonen en
prijzen, voorzover deze stijging in het tijdvak van 1 april 1976 tot
1 oktober 1977 afwijkt van een stijging van' 13,5zulks met dien ver
stande, dat de koopsom wordt verhoogd in geval van een stijging van
meer dan 13,5$ en wordt verlaagd in geval van een stijging van minder
dan 13,5deze verrekening geschiedt alleen voorzover het door één der
partijen verschuldigde bedrag hoger is dan 25.000,en mits één der
partijen daarcp vóór 1 januari 1978 aanspraak maakt; de berekening van
de stijging geschiedt met inachtneming van de door het Centraal Bureau
voor de Statistiek vastgestelde en gepubliceerde indexcijfers voor
kosten van woningwetbouw;
de gemeente zal haar medewerking verlenen aan het verkrijgen van vrij
stelling door de verkoopster van een eventuele investeringsheffing o.d.
met betrekking tot het stichten van een vervangend gebouw; indien deze
vrijstelling niet wordt verkregen zal de gemeente opkomen voor vergoe
ding van de heffing, in 1976 berekend over een bedrag van 850.000,
aan grond- en gereedmakingskosten en over een bedrag van 3.3OO.OOO,
aan bouwkosten, en in 1977 berekend over een. bedrag van 3-300.000,
aan bouwkosten en over een bedrag van 650.000,aan machine- en
inrichtingskosten;
de verkoopster verplicht zich binnen een termijn van 21 maanden na het
verlijden.van de akte van overdracht op een door haar van de gemeente
aan te kopen terrein, deel uitmakende van het industriegebied Schenken
schans, opstallen te zullen stichten welke zullen dienen als vervangende
ruimte voor de huisvesting van het bedrijf, dat thans op het verkochte
wordt uitgeoefend;
de verkoopster zal vrij zijn in aard, omvang en gebruik van de ver
vangende huisvesting, met dien verstande dat de verkoopster op het
genoemde terrein tenminste zal realiseren:
a. een fabriek;
b. een opslagruimte voor gereed produkt;
c. een opslagruimte voor emballage;
d. een kantoor;
e. een laboratorium;
een en ander zal zijn onderworpen aan de'normale publiekrechtelijke
regelingen;
bij niet naleving van de in dit beding genoemde verplichtingen verbeurt
do verkoopster aan de gemeente Leeuwarden een boete. van. 2.125.000,
deze boete is verschuldigd door het enkele feit der niet-naleving, zon
der dat enige uitdrukkelijke ingebrekestelling behoeft plaats te vinden;
de feitelijke oplevering zal uiterlijk 21 maanden na het verlijden van
de akte van eigendomsoverdracht plaats hebben door inlevering van de
sleutels van de opstallen bij de directeur van hot Woningbedrijf der
gemeente Leeuwarden, die daarvoor een ontvangstbewijs zal afgeven; bij
latere oplevering zal de verkoopstor aan de gemeente een boete verschul
digd zijn van 5.000,voor elke dag overschrijding van de termijn van
voortgezet gebruik, daargelaten het aansprakelijk blijven van do verkoop
ster voor alle schade, die de gemeente wegens te late oplevering mocht
lijden;
.nu 7
15. de verkoopstor is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die
wegens uitwinning;
16. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding,
als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het burgerlijk wetboek;
17. de kosten van overdracht komen voor rekening van de gemeente Leeuwarden;
18. deze verbintenis tussen partijen is van rechtswege ontbonden, wanneer
onherroepelijk komt vast te staan, dat de gemeente op basis van het
"Besluit bijdragen reconstructie- en saneringsplannen1'', vastgesteld bij
Koninklijk Besluit van 26 februari 19^9» nr. 2, dan wel vergelijkbare
of vervangende subsidieregelingen, van het Rijk geen uitkering van QOfo
verkrijgt in de kosten van verwerving van de bij deze verbintenis be
trokken percelen met opstallen;
19. indien één van de partijen als gevolg van overmacht niet in staat is
aan haar verplichtingen, zoals die hiervoor zijn omschreven, te voldoen,
zal arbitrage geschieden aangaande do nog resterende verplichtingen;
do arbitrage zal worden verricht door drie scheidsmannen, aan te wijzen
door burgemeester en wethouders van Leeuwarden en door de B.V, Lijempf
in onderling overleg, of, indien deze niet kunnen overeenkomen, te
benoemen overeenkomstig art. 624 van het Wetboek van Burgerlijk Rechts
vordering; bij de aanwijzing of benoeming der scheidsmannen wordt eon
termijn vastgesteld binnen welke door do scheidsmannen oen beslissing
moet zijn genomen, de kosten van do arbitrage komen voor rekening van
partijen, ieder voor de helft;
20. verkoopstor doet afstand van al haar eventueel geldend te maken af
spraken jegens de gemeente Leeuwarden tot vergoeding van schade als
bedoeld in art. 49 van do Wet op de Ruimtelijke Ordening, betreffende
haar rechten in verband met het verkochte;
II. de onder I bedoelde percelen onder te brengen in het Woningbedrijf.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Yoorzitter.
Secretaris.
- 3 -