,1^71f" '7 W»-
Vaststellen exploitatiekostenbedragen ex artikel 186, 1e lid en 189? 5e
lid, van het Besluit buitengewoon onderwijs 19^7 voor het openbaar en bij
zonder buitengewoon onderwijs en toekennen voorschotten aan bijzondere
scholen, alles voor 197-6°
Bijlage no. 57* Leeuwarden, 5 -februari 1'976.
Aan
de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 186, eerste lid, van het Besluit buitengewoon onder
wijs 1967 moet de Gemeenteraad vóór 1 maart van elk jaar vaststellen het
bedrag, dat per leerling van elke soort van de in dit Besluit genoemde en
in de gemeente bestaande openbare scholen en daarmee gelijk te stellen af
delingen in dat jaar beschikbaar wordt gesteld ter bestrijding van de kos
ten, bedoeld in artikel 55, onder e tot en met h en r van de Lager-onder-
wijswet 1920van die van de oudercommissies en van die van instandhouding.
Bit bedrag vormt tévens de grondslag van de exploitatievergoeding aan de
bijzondere scholen en afdelingen van dezelfde soort.
Be kosten van het openbaar buitengewoon onderwijs voor 1976 zijn opge
nomen in bijgevoegde specificaties, waarvan de cijfers grotendeels ontleend
zijn aan de gemeentebegroting. Be in die begroting opgenomen bedragen voor
leermiddelen, schoolbehoeften, schoolbibliotheek, e.d. voor de Arendstuin-
school en voor de Euterpeschool blijken te laag te zijn geraamd. Overeen
komstig het advies van de Inspecteur van het buitengewoon lager onderwijs
stellen wij U voor deze leermiddelenbedragen per leerling vast te stellen
voor de Arendstuinschool op 112,50 voor de kernafdeling, op 132,50 voor
de afdeling voor imbeciele kinderen en op 212,50 voor de afdeling voortge
zet buitengewoon onderwijs, en voor de Euterpeschool op 112,50 voor de
kernafdeling en voor de afdeling voor onaangepaste kleuters en op 147,50
voor de afdeling voortgezet buitengewoon onderwijs. Indien mocht blijken,
dat de geschatte loon- en prijsstijgingen hoger dan 9% mochten uitvallen of
wanneer andere omstandigheden daartoe aanleiding geven, dan zullen wij U
een voorstel doen tot herziening van de voorgestelde in bijgaande overzich
ten opgenomen bedragen. Be Minister van Onderwijs en Wetenschappen heeft
voor het bijzonder onderwijs als minimum-bedrag voor de bestrijding van de
administratiekosten voor 1976 57,per leerling vastgesteld.
Overeenkomstig de daarvoor aangegeven richtlijnen worden voorts met
instemming van het schoolbestuur, aan de Stichting voor chr. b.l.o., wat
betreft de Ba Costaschool, afzonderlijk vergoed de kosten van een concierge
en een (part-time) administratieve kracht. Beze kosten worden voor het open
baar onderwijs dan ook niet opgenomen in het terzake vast te stellen exploi
tatiekostenbedrag.
Met inachtneming van het vorenstaande en op grond van de thans bekende
in die overzichten opgenomen gegevens dienen de voor 1976 per leerling be
schikbaar te stellen bedragen te worden bepaald overeenkomstig die, vermeld
in bijgaand ontwerp-besluit.
Aangezien in onze gemeente geen openbare scholen voor ziekelijke kinde
ren, voor schipperskinderen en voor imbeciele kinderen zijn gevestigd, maar
wel bijzondere scholen van deze soort, welke vallen onder de bepalingen
van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967moet de exploitatievergoeding
voor deze scholen, met toepassing van artikel 189, 5e lid, worden berekend
naar het bedrag per leerling, dat voldoende moet worden geacht voor de re
delijke behoeften van in normale omstandigheden verkerende scholen.
Voor de school voor ziekelijke kinderen, de z.g.n. Buitenschool, is
evenals vorig jaar weer een splitsing gemaakt in "onderwijskosten" en in
"verzorgingskosten"U wordt voorgesteld thans alleen het onderwijsgedeelte
te behandelen, zulks overeenkomstig de bepalingen van genoemd Besluit.
Voor het "onderwijsgedeelte" ware voorshands uit te gaan van 1.500,per
leerling.