No. 1646
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 5 februari
1976 (bijlage no. 71
BESLUIT:
met ir. L. Eringa en diens echtgenote G. de Jong, beiden wonende te
Leeuwarden, Noorderplantage 5? een overeenkomst aan te gaan, waarbij;
I. Eringa en de Jong, voornoemd, aan de gemeente Leeuwarden betalen;
a. de kosten verbonden aan de restauratie van het pand Noorderplantage
5 te Leeuwarden, voorzover deze kosten niet door subsidies zijn
gedekt, bedragende 133-397?25;
b. de boekwaarde per 1 april 1974 van het pand Noorderplantage 3/5
te Leeuwarden, bedragen 2.725?
welke verschuldigde bedragen dienen te worden voldaan uiterlijk op de
datum van het passeren van de onder II, sub 4? vermelde akte van erfpacht;
II. de gemeente Leeuwarden aan Eringa en de Jong, voornoemd, in erfpacht
uitgeeft het op de bij dit besluit behorende tekening roodomlijnd aan
gegeven perceel grond ter grootte van plm. 322 m2, deel uitmakende
van de percelen, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie C,
nummers 1322, 1323-en 2551? met de zich daarop bevindende opstal, plaat
selijk bekend Noorderplantage 5 te Leeuwarden, zulks voor de tijd van
75 jaren, tegen betaling van een jaarlijkse canon van 6.3OO,(be
rekend naar een grondwaarde van f 70.000,en een rentevoet van 9%
per jaar), onder toepasselijkverklaring van de Algemene Erfpachtsbepa
lingen Leeuwarden 1965 - echter met uitzondering van de artikelen 12,
15 lid 2 en 22 - en voorts onder de volgende bedingen en voorwaarden:
1. de Gemeenteraad stelt eenzijdig, daarmede de erfpachtsovereenkomst
uitvoerende, met ingang van 1 januari 1990, 1 januari 2015 en 1
januari 2040 de rentevoet en het bedrag der grondwaarde opnieuw
vast; het besluit van de gemeenteraad wordt genomen vóór de aanvang
van het jaar, met ingang waarvan de hernieuwde vaststelling geldt;
de erfpachtscanon zal nimmer lager worden gesteld dan op het ge
noemde bedrag van 6.3OO,
2. bij het einde van het erfpachtsrecht door het verloop van de termijn,
waarvoor de uitgifte geschiedt, zal de gemeente Leeuwarden aan de
gewezen erfpachtersvergoeden de waarde van het perceel met opstal
Noorderplantage 5 te Leeuwarden, op welk bedrag de waarde van de
ondergrond - welke zal worden bepaald aan de hand van de laatstelijk
verschuldigde erfpachtscanon - in mindering wordt gebracht; de door
de gemeente Leeuwarden te vergoeden waarde zal worden vastgesteld
door drie deskundigen; partijen zullen omtrent de aanwijzing van de
ze deskundigen onderling overleg plegen, opdat laatstgenoemdem bij
gezamenlijk besluit worden aangewezen; indien partijen niet tot een
zodanig gezamenlijkbesluit kunnen komen geschiedt de aanwijzging
van de deskundigen op verzoek van de meest gerede partij door de
President van de Arrondissementsrechtbank te Leeuwarden;
de kosten van de bemoeiingen van deze deskundigen komen voor ieder
van de partijen voor de helft;