-8-
in het Noorden des Lands, gekenmerkt door relatief dunbevolkte
gebieden met gespreide bewoning zal het wegverkeer een belangrijk
element blijven vormen. Mede ter verbetering van de Friese infra
structuur komen een aantal hoofdverbindingen voor verbetering in
aanmerking. Wij wijzen met name op de noodzaak van goede verbindingen
voor de nieuwe Industriehaven van Harlingen. Mede door verbeterde
wegverbindingen zal de grote investering in deze nieuwe haven een
goed rendement kunnen opleveren.
De belangrijkste te realiseren verbindingen zijn:
- dubbelbaans maken van de verbinding Amsterdam-Afsluitdijk-Leeuwar
den;
- dubbelbaans maken van de verbinding Meppel-Heerenveen-Leeuwarden.
Prioriteit wordt gegeven aan het dubbelbaans maken van het wegvak
Dronrijp-Franeker-Kop Afsluitdijk.
Par. 6 Noodzakelijke beleidsombuigingen.
Teneinde te voorkomen dat de positie van Friesland in Noordelijk ver
band in de toekomst ernstig zal worden aangetast komen wij tot de
volgende aanbevelingen:
1. Leeuwarden fungeert binnen de Noord-Nederlandse hiërarchie van
kernen als een kern met landsdelige functie op het gebied van de
voorzieningen en dient deze functie ook te kunnen blijven vervul
len. In het kader van het in ontwikkeling zijnde I.S.P. voor het
Noorden dient Leeuwarden dan ook te worden beschouwd als een der
gelijke kern.
2. Concentratie van werkgelegenheid dient in het Noorden in een
beperkt aa.ntal kernen plaats te vinden, waarbij voor Friesland
de nadruk moet liggen op versterking van de stedelijke kern
Leeuwarden. In het kader van het nieuwe regionale economische
stimuleringsbeleid dient aan Leeuwarden dan ook een groeipool
functie te worden toegekend od het gebied van de werkgelegenheid
voor geheel Friesland.
3. In het kader van de in procedure zijnde Verstedelijkingsnota
als tweede deel van de Derde Nota Ruimtelijke Ordening moet
Leeuwarden alsnog aangemerkt worden als groeistad.
4. Ter vermindering van de problematiek van de bereikbaarheid
dienen, naast de ontwikkeling van een goed openbaar vervoer, een
aantal wegverbindingen binnen afzienbare termijn te worden ver
beterd.
Leeuwarden,
februari 1976.
Wijzigen van het besluit tot het instellen van markten en het
beschikbaarstellen van een krediet voör het stimuleren van activiteiten
voor en tijdens de kermis.
Bijlage no. 95. Leeuwarden, 26 februari 1976.
Aan de gemeenteraad.
Bij onze brief van 27 november j.l. (bijlage no. 373) deelden
wij U mee voornemens te zijn te onderzoeken, of het zinvol zou zijn
de zomerkermis, waarvoorde belangstelling de laatste jaren aanzienlijk
is teruggelopenvan de Oude Veemarkt terug te brengen naar het
Wilhelminaplein. In.-verband hiermee stelden wij de inschrijving voor
de kermis 1976 open voor een kermis op zowel de ene als op de andere
plaats.
Voor net Wilhelminaplein werden 85 inschrijvingen ontvangen; hiervan
kunnen 44 worden gegund. De totale pachtsom bedraagt voor deze plaats,
152.881,
Voor de Oude Veemarkt werden 71 inschrijvingen ontvangen; hiervan
kunnen 38 worden gegund. De totale pachtsom voor deze plaats bedraagt
f 103.486,
In 1975 stonden op de Oude Veemarkt 33 zaken voor een totale pachtsom
van 107.629,
Uit de inschrijving kan worden geconcludeerd, dat:
a. het aantal inschrijvingen voor het Wilhelminaplein groter is;
b. op het Wilhelminaplein een groter aantal gunningen mogelijk is;
c. de voor het Wilhelminaplein geboden totale pachtsom 48$ hoger is
dan die voor de Oude Veemarkt;
d. de sector van de zogenaamde vermaakzaken voor het Wilhelminaplein
aanmerkelijk meer belangstelling heeft dan de laatste jaren op de
Oude Veemarkt het geval is geweest.
Gelet op de positieve resultaten van de inschrijving en de reacties
van de betrokkenen hebben wij overeenkomstig het bepaalde in artikel 2
van de Marktverordening - hierin is bepaald, dat ons college de plaats
van de kermis aanwijst besloten de kermis in 1976 op het Wilhelmina
plein te doen houden.
Aan de wensen van de middenstand en de ambulante handel zullen
wij trachten zoveel mogelijk tegemoet te komen.
Een van do bezwaren van do Centrale Vereniging voor do Ambulante
Handel kan deels worden ondervangen door het aantal dagen waarop do
kermis worden gehouden te verminderen en de kermis op een vroonsdag
in plaats van op oen zaterdag aan te laten vangen. In het besluit tot
het instellen van markten is onder A.6 bepaald, dat de kermis aanvangt
op zaterdag, volgende op de tweede woensdag van de maand juli, des voor-
middags om tien uur en eindigt op do tweede maandag daaraanvolgend,
des voormiddags om één uur. Hot begin op zaterdagmorgen houdt in,
dat er op donderdag reeds begonnen wordt met de opbouw van de kermis,
waardoor de algemene goederen- en warenmarkt geen doorgang kan hebben.
Indien do kermis daarentegen op woensdag begint en de dinsdag daar
opvolgend eindigt, behoeft do warenmarkt slechts eenmaal op een andere
plaats te worden gehouden. Ook do kermisexploitanten lijkt oen bekorting
van hot aantal kermisdagen zinvol.
- In verband mot het vorenstaande geven wij U in overweging het
besluit tot het instellen van markten te wijzigen overeenkomstig hot
bijgaande ontworp-besluit