Grondtransacties met de B.V. Lijempf.
Bijlage nr. 98 Leeuwarden, 27 februari 1976.
Aan de Gemeenteraad.
In onze brief van 5 februari 1976 (bijlage nr. 54) hebben wij U op de
hoogte gesteld van de beweegredenen, welke ten grondslag liggen aan ons
voorstel tot het aankopen van het fabriekscomplex van de B.V. Lijempf. Dit
voorstel omvatte tevens de verkoop aan deze B.V. van een perceel industrie
terrein, deel uitmakende van het industriegebied Schenkenschans.
Inmiddels is het overleg met de B.V. Lijempf afgerond. Voorstellen van
de B.V. de overeenkomst op ons inziens essentiële punten alsnog te wijzigen
hebben wij niet aanvaard. Zo hebben wij in verband met de daaraan verbonden
financiële consequenties gemeend niet te kunnen instemmen met het voorstel
de datum met ingang waarvan de gemeente een rentevergoeding moet betalen
over de koopsom, berekend naar 10% per jaar, te stellen op 1 januari 1975»
zoals in het destijds door deskundigen opgestelde taxatierapport was aange
houden. Die datum meenden wij te moeten handhaven op 1 april 1976.
Voorts hebben wij niet ingestemd met een voorstel van de B.V. de be
palingen omtrent de boeteclausule te schrappen. Teneinde een zo groot moge
lijke garantie te behouden, dat de werkgelegenheid, die de Lijempf thans in
Leeuwarden biedt, gehandhaafd kan blijven, hebben wij aan deze boeteclau
sule, vervat in beding 13 van het aankoopbesluitvastgehouden.
Overigens hebben wij gemeend met enkele andere voorstellen die van
minder principiële betekenis zijn, te kunnen instemmen. Een van de wijzigingen
in de oorspronkelijke opzet wordt gevormd door het opnemen van de mogelijk
heid tot ontheffing van de verplichting van de B.V. tot het realiseren van
een kantoorgebouw op het door de B.V. te kopen industrieterrein. Gebleken
is namelijk, dat de B.V. Lijempf wil trachten in de behoefte aan kantoor
ruimte te voorzien door middel van het huren van daarvoor geschikte ruimten
in of nabij het centrum van de stad. Wij menen, dat van de zijde van de ge
meente tegen deze oplossing geen bezwaren behoeven te bestaan, indien op
enigerlei wijze blijkt, dat de vestiging van het kantoor binnen het stedelijk
gebied onzer gemeente is verzekerd. Mede om deze reden heeft de B.V. verzocht
de oppervlakte van het aan haar te verkopen perceel industrieterrein te stel
len op ongeveer 2.00.00 ha.
Verder zijn de wijzigingen van ondergeschikt belang; op enkele punten
werd een wijziging van redactionele aard aangebracht. Een en ander heeft
geresulteerd in een nieuwe aanbieding onzerzijds, waarmee de Lijempf inmid
dels heeft ingestemd. De desbetreffende stukken zijn voor U ter inzage ge
legd.
Voorts delen wij IJ mede, dat ons uit nadere contacten is gebleken, dat
de Interdepartementale commissie, die de Minister van Volkshuisvesting en
Ruimtelijke Ordening adviseert inzake het verlenen van een subsidie aan onze
gemeente in de verwervingskosten van het fabriekscomplex, zal voorstellen
in eerste instantie een subsidie te verstrekken van 2.000.000,Indien
na verkoop van de vrijkomende terreinen blijkt, dat er een exploitatietekort
resteert, zal een aanvullend subsidie kunnen worden verstrekt tot maximaal
4-000.000,Tijdens de Raadsvergadering hopen wij U hieromtrent nader
te kunnen informeren. Indien de inhoud van de definitieve subsidiebeschik
king overeenstemt met het hiervoor vermelde, zal de ontbindende voorwaarde
als bedoeld in beding 18 van het aankoopbesluit, naar ons oordeel geen toe
passing behoeven te vinden.
Wij geven U in overweging te besluiten conform de hierna afgedrukte
ontwerpen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong Secretaris.