2c Be schadevergoeding kan worden bepaald in geld of op andere wijze.
Artikel LIX.
Van artikel J06 worden het opschrift en de tekst vervangen door;
Intrekking van de sloopvergunning.
1. Burgemeester en wethouders kunnen een sloopvergunning bij een met
redenen omkleed besluit intrekken, indien binnen zes maanden na
dagtekening van de sloopvergunning geen begin met de werkzaamheden
is gemaakt of de werkzaamheden, nadat hiermede is aangevangen, niet
geregeld worden voortgezet.
2. Een besluit tot intrekking van een sloopvergunning wordt niet genomen
dan nadat de houder van de vergunning is gehoord of althans is
opgeroepen.
3. Burgemeester en wethouders zenden zo spoedig mogelijk oen afschrift
van hun besluit tot intrekking van de sloopvergunning aan de houder van
de vergunning.
4. Tegen een besluit als bedoeld in lid 1 kan de houder van de sloop
vergunning binnen een maand na de dag, waarop het afschrift van het
besluit is verzonden, in beroep komen bij de gemeenteraad.
Artikel LX.
Van artikel 315 wordt de tekst vervangen door;
Een gemeenschappelijke of centrale antennevoorziening moet doeltreffend
zijn.
Artikel LXI.
Van artikel 317 wordt do tekst vervangen door;
1Ten dienste van elke woning of woonoenheid en van elke niet met een
woning of wooneenheid verband houdende, geheel of gedeeltelijk voor
kantoordoeleinden dienende ruimte of combinatie van ruimten, moet
op een doeltreffende plaats een brievengleuf aanwezig zijn.
2. Als nadere eis kan worden gesteld dat het bepaalde in artikel 124
geheel of gedeeltelijk van toepassing is.
Artikel LXII.
Van artikel 320, lid 2, komt de laatste volzin te vervallen.
Lid 2 luidt dan; Als nadere eis kan worden gesteld, dat een tot bewoning
bestemd gebouw wordt voorzien van een of meer afzonderlijke badruimten.
Be badruimten moeten doeltreffend zijn geplaatst en ingericht, de venti
latie daaronder begrepen.
Artikel LXIII.
Van artikel 322 wordt lid 4 vervangen door:
4. Als nadere eis kan worden gesteld, dat ep afvoerleidingen de artikelen
238, leden 2 en 4, onder b, 239» 240, leden 2, 3 en 4, 241, 242, 243,
leden 1, 2, 3 en 4, 244, 245, 246, leden 1 en 2, 247 t/m 252 en de in
de artikelen 243, lid 5, 246, lid 3 en 253 bedoelde nadere regelen
geheel of gedeeltelijk van toepassing zijn.