I
Prénota Verkeers- en Vervoersplan.
Bijlage no. 99. Leeuwarden, 27 februari 1976.
Aan de gemeenteraad.
Tijdens de behandeling van de Prénota Verkeers- en Vervoersplan
zijn een groot aantal vragen gesteld c.q. opmerkingen gemaakt over de in
deze nota behandelde materie. Hoewel tijdens de'informatieve raads
vergadering reeds op een deel hiervan is ingegaan hebben wij toch gemeend
alle vragen en de van belang zijnde opmerkingen per vragersteller te
moeten rangschikken en deze met de daarbij behorende antwoorden e.g.
reacties als bijlage I aan de raadsbriof toe te voegen.
Alvorens de punten uit' de Prénota aan de orde te stellen waarover
naar onze mening eon beslissing dient te worden genomen, menen wij te
moeten ingaan op enkele opmerkingen welke door verscheidene raadsleden
zijn gemaakt en welke een aantal wezenlijke elementen van de hieraan-
de orde zijnde materie raken.
Een aantal van TJ heeft opgemerkt dat deze nota de nadruk legt op het
autoverkeer en dat aan de overige verkeerssoorten te weinig aandacht is
besteed.
De Prénota is echter een fase in de totstandkoming van het uit
eindelijke Verkeers- en Vervoersplan. Het' doel ervan is het resultaat
van de berekeningen voor wat betreft het autowegennet ter discussie
te stollen. Dit om te voorkomen dat het openbaar vervoersplan;, het
fiotspadenplan, het faseringssé'hemaenz. aan een niet aanvaardbaar
autowegennet worden getoetst en gekoppeld. Hiermee kan onnodig werk en
dus tijd- en geldverlies wordenvoorkomen. De uitspraak over'het wegennet
behelst'dan'Ook slechts het geven .van het sein op groen om door te
kunnen gaanmet bovenvermelde plannen.
De overige verkeerssoorten.krijgen in de volgende planfase de
volledige aandacht. Hierbij zullen ook de fietsroutes aan de orde komen.
De constatering dat in dit stadium weinig aandacht is. besteed-.aan de fiets en
het openbaar vervoer is dus juist doch mag niet tot'do conclusie leidon
dat de fiets en'het openbaar vervoer in het Verkeers- en Vervoersplan slechts
van geringe betekenis zijn.
Uit een aantal andere vragen en opmerkingen klinkt een zekere ongerust
heid door over de verwachte.toename van het autoverkeer, twijfel over de
berekende toename, zorg over de gevolgen welke dit toegenomen verkeer en de
daarmee gepaard gaande voorzieningen zullen hebben.
De berekende toename van hot autoverkeer .hangt deels samen met
factoren waarop de plaatselijke overheid weinig of geen invloed kan
uitoefenen (toename van het autobezit, mobiliteitsgroei, keuze van vervoer
middel enz.). Voor een ander deel hangt ze samen met^ontwikkelingen welke
reeds zijn gerealiseerd of vol op in gang zijn (concentratie van werk
gelegenheid in- en nabij de binnenstad, het westelijk industrieterrein
en in het noordwesten van de stad en do verwachte ontwikkeling in
Camminghaburen en de Homrik)
Wij zijn met U van mening dat op dit moment niet met zekerheid kan
worden gezegd dat' de toename van het verkeer zal worden zoals is berekend.
Dit hangt inderdaad af van de vraag in hoeverre de factoren welke hierop
invloed uitoefenen in de toekomst zullen wijzigen. In dit geval zal
tijdige aanpassing moeten plaatsvinden.
Een belangrijk middel daartoe biedt de door verschillende van U ge
noemde fasering. I-n het Verkeers- en Vervoersplan zal dan ook een fasorings-
schema in hoofdlijnen worden opgenomen. Teneinde U nu reeds enig inzicht
te verschaffen in de mogelijkheden daarvan, hebben wij getracht voor
enkele belangrijke delen van hot wegennet oen opzet voor een fasering aan
te geven. Wij komen hier nog op terug.
Ditzelfde middel biedt tevens do mogelijkheid om voortijdige afbraak
van panden te voorkomen en een eventuele beslissing daartoe zo nodig te
kunnen herzien.