i»
Vaststellen van een verordening tot wijziging van de Bouwverordening (vierde
wijziging) en een verordening tot wijziging van de Brandbeveiligingsveror
dening.
Bijlage nr. 5, Leeuwarden, 19 december 1975»
Aan
de Gemeenteraad.
Bij Raadsbesluit van 10 augustus 1966 heeft U de Bouwverordening van de ge
meente Leeuwarden conform de model-bouwverordening van de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten vastgesteld. Deze verordening is door middel van een
wijzigingsverordening (eerste wijziging) bij Raadsbesluit van dezelfde datum
aangepast aan de plaatselijke omstandigheden. Beide verordeningen zijn goed
gekeurd door Gedeputeerde Staten van Friesland bij besluit van 24 oktober
1966 en in werking getreden op 1 december 1966. Sedert de inwerkingtreding
heeft Uw Raad de Bouwverordening enkele malen gewijzigd, namelijk bij besluit
van 22 februari 1971 (tweede wijziging) en bij besluit van 25 juni 1973
(derde wijziging). Inmiddels heeft de door de V.N.G. ingestelde Adviescommis
sie voor de unificatie en toepassing van gemeentelijke bouwverordeningen... een
aantal wijzigingen aangebracht in de model-bouwverordening; deze zijn ver
vat in de 8e en de 10e wijzigingscirculaire
In de achtste serie wijzigingen wordt in het merendeel van de gevallen ver
duidelijking beoogd van bepalingen in de bouwverordening, die in de praktijk
moeilijkheden of vragen bleken op te leveren. Zo heeft men uitbreiding gege
ven aan de bestaande voorschriften, die milieu-aantastende hinder - in dit'
geval door rook en verbindihgsgassen - zoveel mogelijk moeten voorkomen.
Door middel van de tiende serie wijzigingen heeft men o.a. getracht een be
tere warmte-isolatie van te bouwen woningen te bevorderen, door de desbe
treffende eisen, die bij het vaststellen van de Bouwverordening in 1966 in
verband met-de toenmalige technische en economische omstandigheden werden
gebaseerd op het niveau "matig" van de norm N.E.N. 1068, thans te baseren op
het uit overwegingen van woongerief nodig geachte niveau "voldoende" van die
norm.
De tiende serie wijzigingen bevat ook een aantal wijzigingenmet betrekking
tot gemeenschappelijke antenne-inrichtingen.
Bij besluit van 25 juni 1973 heeft U een aantal bepalingen aangaande deze
antenne-inrichtingen vastgesteld, welke afweken van de modelbouwverordening,
Het lijkt ons niet nodig de destijds vastgestelde bepalingen thans te wijzi
gen.
Afgezien van beide wijzigingscirculaires stellen wij voor een aantal bepalin
gen op te nemen, welke betrekking hebben op het slopen van bouwwerken. Kort'
samengevat komt een dergelijk stelsel hierop neer, dat de aangevraagde sloop
vergunning wordt geweigerd indien op de plaats van het te slopen gebouw her
bouw mag plaatsvinden, maar de vergunning voor de herbouw nog niet is ver
leend. Hierdoor kan worden voorkomen, dat niet-acceptabele gaten vallen in
straatwanden. Wat de redactie van de verschillende bepalingen betreft, is aan
sluiting gezocht bij de over deze problematiek handelende artikelen in het
Voorontwerp van een Wet op de Stadsvernieuwing. Dit geldt met name voor de
in artikel LVin het eerste lid, voorkomende weigeringsgrond van een sloop
vergunning welke dezelfde is als die welke voorkomt in genoemd Voorontwerp
Wet op de Stadsvernieuwing.
Voor een toelichting op de voorgestelde wijzigingen in de Bouwverordening
zij kortheidshalve verwezen naar de bijgevoegde Nota van Toelichting op
het ontwerp. Betreffende de voorgestelde bepalingen die afwijken van het
model van de V.N.G. merken wij het volgende op.