- 2 -
3» het dubboltarief
a. bij gebruik tijdens de uren
van hoogtariof
8. bij gebruik tijdens do uren
van laagtarief
4. het poldortarief
a. bij gebruik tijdens de uren
van hoogtariof
b. bij gebruik tijdens de uren
van laagtarief voor de oèrstc
1200 kWh per jaai
voor de overige kWh per jaar
5. gcmeente-instollingon
6voor tijdelijke doeleinden
a
0,363 por kWh
0,19 per kWh
0,503 por kWh
0,204 por kWh
0,144 per kWh
0,151 per kWh
d.
0,19
0,24
gedurende het tweede en derde
kalenderkwartaal
gedurende hot eerste en vierde
kalenderkwartaal
in afwijking van het onder a en b
bepaalde bedraagt hot tarief, voor
aansluitingen van langere duur, zoals
voor bouwwerken en vergelijkbare
objecten _ƒ-
een vastrechtbedrag voor de onder a
b en c bedoelde tarieven van f 66,
per kWh
per kWh
0,219-per kWh
per jaar
II.
e. Burgemeester en Wethouders kunnen het onder a bedoelde tarief
"van toepassing verklaren in do onder b bedoelde periode indien
er sprake is van feestverlichting van openbare wegen en grachten;
de kWh-pri jzen voor kleinverbruik worden over een verb rui lesperiode
met 0,1 cent verlaagd of verhoogd voor elk vol bedrag van 2,50,
waarmoe de gewogen gemiddelde brandstoffenprijswelke hot Provinciaal
Elcctriciteitsbedrijf in Friesland aan de gemeente heeft, berekend,
afwijkt van 60,per ton. Deze gewogen gemiddelde prijs wordt
berekend over het tijdvak, dat aanvangt en eindigt 1 maand voor aanvang
en einde van de periode, waarover de N.V. Prigas in de desbetreffende
verbruiksperiodo de vaste bedragen berekent. Indien het Verbruik niet
oen gehele verbruiksporiode betreft bepaalt de directeur van de N.V.
Prigas do gewogen gemiddelde brandstoffenprijs.
III. hot nachtstroomtarief kan uitsluitend worden toegepast in de periode
van 22.45 23.15 uur tot 6.45 - 7.15 uur.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Beroep bij de Kroon ter zake van de toepassing artt. 45, 46 O.W.V.O. en 101 W.V.0.
met betrekking tot Ged. Keizersgracht 40a en Wissesdwinger 2.
Bijlage no. 25 Leeuwarden, 31 december 1975.
^ande Gemeenteraad.
Zoals bekend wordt onder de vigeur van de Lager-onderwijswet 1920 de stichting
van schoolgebouwen bekostigd uit de gemeentelijke middelen. Voor de hieraan verbonden
kapitaallasten ontvangt de gemeente een normuitkering van rijkswege.
Indien een gebouw of een deel daarvan niet langer overeenkomstig de bestemming
wordt gebruikt krijgt de gemeente daarover zonder meer de vrije beschikking, zodat
deze lokaliteiten verder kunnen worden gebruikt voor andere doeleinden zoals bij
voorbeeld voor de huisvesting van andere onderwijsvormen, verhuur aan derden enz.
Tot de vorenbedoelde categorie gebouwen welke zijn onttrokken aan hun be
stemming behoren onder andere het uit 1855 daterende gebouw aan de Keizersgracht 40a
en het eveneens zeer oude gebouw aan de Wissesdwinger 2.
In eerstgenoemd gébouw werd in 1961 tijdelijk gehuisvest de openbare Wopke
Eekhoff-muloHet gebouw Wissesdwinger 2 was tot 22 april 1968 bij de openbare
Perkschool voor mulo in gebruik, waarna vervolgens per 1 augustus 1968 vijf lokalen
bij de Wissesdwinger mavo werden getrokken en zeven lokalen werden gebruikt als
tijdelijke voorziening voor de Vijverschool(openbare scholengemeenschap lavo/leao)
aangezien het hoofdgebouw van deze school op dat moment geen voldoende ruimte bood en
in de directe nabijheid aan de Oostersingel nog niet meteen in noodhuisvesting kon
worden voorzien. In 1972 werd in het kader van de reconstructie van de Groeneweg
een deel van het gebouw(lokaal met gang, sanitair en erf) afgebroken. De waarde van
het afgebrokene werd op f 58.000,getaxeerd.
Op 1 augustus 1968 trad de Wet op het voortgezet onderwijs inwerking en werd
het mulo omgezet in middelbaar algemeen voortgezet onderwijs(mavo)en het voortgezet
gewoon lager onderwijs in lager algemeen voortgezet onderwijs of lager economisch
en administratief onderwijs(lavo resp. leao). Voor deze beide onderwijsvormen en de
daarbij behorende materiële voorzieningen was dus niet langer de Lager-onderwijs
wet 1920 van toepassing.
Door toepassing van de artikelen 45 en 46 van de Overgangswet W.V.0. werden de
voor deze vormen van onderwijs aanwezige gebouwen en voorzieningen gebracht onder de
werking van de Wet op het voortgezet onderwijs. Dit houdt mede in, dat op deze ge
bouwen van toepassing wordt artikel 101, lid 1, van de W.V.0.luidende:
"Indien gebouwen, terreinen of roerende zaken van scholen, ten behoeve waarvan een
vergoeding in de stichtingskosten of inrichtingskosten is genoten, geheel of gedeel
telijk aan hun bestemming worden onttrokken of met toestemming van Onze minister worden
vervreemd, anders dan bedoeld in artikel 98, eerste lid, dan wel indien de bekostiging
wordt beëindigd, is de gemeente dan wel de stichting, vereniging of instelling aan
het Rijk een bedrag verschuldigd. Het bevoegd gezag kan, buiten het geval van ver
vreemding, in plaats van betaling van dit bedrag de eigendom van die gebouwen, ter
reinen of roerende zaken binnen vier maanden aan het Rijk overdragen".
Op grond van vorenstaande overgangsbepalingen is de Staatssecretaris van oordeel,
dat ook de schoolgebouwen Wissesdwinger 2 en Gedempte Keizersgracht 40a onder de vi
geur van de W.V.0. dienen te worden gebracht.
Wij achten dit standpunt van de Staatssecretaris onaanvaardbaar omdat de ge
meente daardoor in een ongunstigere positie komt dan wanneer deze gebouwen niet als
tijdelijke voorziening voor het vootgezet onderwijs zouden zijn bestemd. Mede gelet
op artikel 50 van de O.W.V.O., dat het treffen van een afwijkende regeling mogelijk
naakt, hebben wij de Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen verzocht de
artikelen 45 en 46 van de O.W.V.O. niet toe te passen en de gemeente ter zake een
huurvergoeding te doen toekennen. Ook zijn wij er voorshands niet toe overgegaan
het Rijk de vergoeding uit te keren voor h,t geamoveerde deel van het gebouw Wisses
dwinger 2.