No. 8497. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 10 juni 1976 (bijlage no. 219); BESLUIT: op het aan de gemeente Leeuwarden in eigendom toebehorende perceel, kadastraal bekend gemeente Wirdum, sectie B, nummer 2155? plaatselijk bekend als de Swichumerdyk, als lijdend erf, en ten behoeve en ten nutte van het aan J. Visser, wonende te Heerenveen, Blauwgras 63, in eigendom toebehorende perceel, kadastraal bekend gemeente Wirdum, sectie B, nummer 2379? als heersend erf, te vestigen een erfdienst baarheid van uitweg in de vorm van het maken en instandhouden van een dam met duiker ter breedte van maximaal vier meter, om te komen van en te gaan naar de genoemde weg, onder de volgende bepalingen en bedingen: 1bij het verlijden van de akte tot het vestigen van de erfdienstbaar heid moet de eigenaar van het heersend, erf aan de eigenaar van het lijdend erf voldoen een bedrag van f 1500, 2. het aanleggen van de dam met duiker, alsmede de hiervoor te gebrui ken materialen, behoeven de goedkeuring van de directeur Openbare Werken van de Dienst Stadsontwikkeling der gemeente Leeuwarden; 3. de kosten van het aanleggen en onderhouden van de dam met duiker komen voor rekening van de eigenaar van het heersend erf 4. van het recht om op grond van het bepaalde in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek ontbinding van de overeenkomst te vorderen wordt afstand gedaan; 5. de erfdienstbaarheid van uitweg komt te vervallen indien van gemeen tewege een verzoek om vergunning tot bebouwing van het heersend erf niet kan worden ingewilligd wegens strijd met het ter plaatse gelden de bestemmingsplan; 6. de erfdienstbaarheid van uitweg komt te vervallen indien binnen één jaar na het vestigen van de erfdienstbaarheid niet een aanvang is gemaakt met de bebouwing van het heersend erf en indien de bebou wing niet binnen twee jaren na het vestigen van de erfdienstbaarheid is voltooid; 7. bij toepassing van het gestelde onder 5 of onder 6 zal het bedrag van 1500,door de gemeente Leeuwarden aan de eigenaar van het perceel, kadastraal bekend alsvoren, no. 2379 worden terugbetaald; 8. alle kosten en rechten, vallende op de totstandkoming van de akte tot het vestigen van de erfdienstbaarheid, komen voor rekening van de eigenaar van het heersend erf. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Wijzigen Bezoldigingsverordening i960. Bijlage nr. 220. Leeuwarden, 10 juni 1976 Aan de Gemeenteraad. Een leerling-verplegende, die in het bezit is van een diploma zieleen- verzorging en die een opleiding volgt voor het diploma ziekenverpleging A, moet volgens de thans geldende regelen worden geplaatst op het aanvangs salaris van een leerling-verplegendeDit salaris is lager dan het aan vangssalaris van de gediplomeerde ziekenverzorgende. Om achteruitgang in salaris te voorkomen is in de Salarisregeling voor verpleegkundigen in particuliere verplegingsinrichtingen 1974 een voorziening getroffen. Omdat het ons juist voorkomt aan de leerling-verplegenden in dienst dezer gemeente, die reeds in het bezit zijn van een diploma ziekenverzor gende, dezelfde salarisrechten toe te kennen, stellen wij U voor artikel 24 van de Bezoldigingsverordening T96O aan te vullen met een vierde lid, zulks overeenkomstig bijgevoegd ontwerpbesluit De Commissie voor Georganiseerd Overleg kan zich met dit voorstel verenigen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. Reumer Secretarie loco

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1976 | | pagina 118