Het overleg onder leiding van Prof. Stolte resulteerde slechts in een interim-nota, waarin door de Beleidsgroep de doelstelling van de inte gratie en een aantal uitgangspunten werden aangegeven. Het doel van de integratie werd als volgt geformuleerd: "a. Gezamenlijk verantwoordelijkheid te dragen voor een zo goed mogelijke medisch-specialistische voorziening voor Leeuwarden en voor Friesland, b. Vorm te geven aan de centrum-idee. De huidige functies die hiervan blijk geven (de centrale laboratoria, de nie^-dialysede oncologie e.d.) zo nodig nog verstevigen, andere functies zo mogelijk tot ont wikkeling brengen (thoraxteam, automatisering e.d.) c. Een situatie te creëren, waarin de opleiding in verschillende spe cialismen mogelijk is en affiliatie met Groningen tot stand kan ko men" Bestond er derhalve over de noodzaak van de integratie en het doel daar van in dat stadium reeds overeenstemming, met name over de locatiekeuze van de ziekenhuizen kon geen overeenstemming worden bereikt, waarop Prof. Stolte zijn werkzaamheden medio december 1973 beëindigde. Het overleg werd vervolgens op bestuursniveau voortgezet onder leiding van de Geneeskundig Inspecteur van de Volksgezondheid, de heer H.T. Kijl- stra. De voorgestelde integratie zou bestaan uit een overgangsfase en een eindfase. Tijdens dit overleg werd over de overgangsfase overeenstemming bereikt. Deze fase wordt in het reeds genoemde interim-rapport als volgt omschreven: - er wordt een overkoepelende besluitencentrale gevormd die handelings bevoegdheid krijgt ten aanzien van een aantal nader aan te duiden zaken; - de besluitencentrale wordt samengesteld uit een gelijk aantal bestuurs leden van elk der drie ziekenhuizen; - de besluitencentrale krijgt van de drie besturen de opdracht te streven naar een tweetal ziekenhuiscomplexen (locaties Noord en Zuid) waarvan het dienstenpakket van elk afzonderlijk zowel qualitatief als quantita- tief groter zal zijn dan dat van een gemiddeld Nederlands streekzieken huis; ten aanzien van de functieverdeling is voor de totstandkoming van een besluit eenstemmigheid binnen de besluitencentrale vereist, bij gebreke waarvan arbitrage verplicht is; eenstemmigheid en bij gebreke daarvan arbitrage kan eveneens worden bepaald ten aanzien van andere onderwerpen dan de reeds genoemde functie verdeling; de voorbereiding van de besluiten van de besluitencentrale geschiedt door een driemanschap, gevormd uit de directies van de drie zieken huizen; tot de zaken, ten aanzien daarvan de besluitencentrale handelingsbe voegdheid krijgt behoren in ieder geval: a. vaststelling van de totaliteit van de dienstverlening, de verdeling der taken over de drie locaties, wijzigen van de totaliteit c.q. onde: linge taakverdeling; b. de vaststelling van de investeringsplannen en begrotingen; c. de vaststelling van de exploitatiebegrotingen en -rekeningen; d. de financiering door de ziekenhuizen van investeringen en exploitati' e. de invoering van ingrijpende wijzigingen in de interne organisatie van een der instellingen: f. de verdere voortgang van de integratie; de overgangsfase duurt uiterlijk tot het tijdstip waarop de huidige lo catie van het Diakonessenhuis wordt verlaten; tijdens de overgangsfase blijven de huizen autonoom, binnen het kader van de door de besluitencentrale te nemen beslissingen. -3~ Over de overgangsfase werd - zoals gesteld - op basis van het bovenstaan de overeenstemming bereikt. Dit was niet het geval ten aanzien van de eindfase. Een verschil van mening over de bestuurssamenstelling en de beslissingsbevoegdheid in de eindfase bleek op dat moment onoverbrugbaar, tengevolge waarvan het overleg onder leiding van de Geneeskundig Inspec teur in de zomer van 1974 werd afgebroken. Bij brief van 9 oktober 1974 wendde het bestuur van het Diakonessenhuis zich tot Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden met het verzoek geza menlijk de mogelijkheden na te gaan van een verder uitwerking van de be reidverklaring van april 1972. Burgemeester en Wethouders waren van oordeel, dat een hervatting van het gesprek op basis van de bereidverklaring een stap terug zou betekenen op de weg naar een noodzakelijke integratie. Zij besloten daarom niet alleen met het bestuur van de Vereniging "Het Diakonessenhuis" het gesprek te heropenen, doch eveneens met het bestuur van de Stichting Bonifatius Hos pitaal teneinde te trachten opnieuw een opening te vinden voor het ge zamenlijk overleg. Deze gesprekken vonden plaats tussen december 1974 en april 1975 en wer den afgesloten met een bespreking op 28 april 1975» waaraan door delega ties van de drie ziekenhuizen, alsmede door de Geneeskundig Inspecteur van de Volksgezondheid werd deelgenomen. Uitgaande van de reeds bereikte overeenstemming over de overgangsfase, werd in deze fase overeenstemming bereikt over de eindfase op basis van de volgende formule: "- in de eindfase is er één ziekenhuisinstituut met een hoofdbestuur, dat alle bevoegdheden heeft met betrekking tot de beide ziekenhuislocaties; - het hoofdbestuur regelt de samenstelling en de bevoegdheden van de huis besturen; - het hoofdbestuur zal bestaan uit 13 leden, waarvan 5 worden aangewezen door het bestuur van de Stichting Bonifatius Hospitaal, 5 door het bestuur van de Vereniging"Het Diakonessenhuis" en 3? waaronder de voorzitter, door de gemeenteraad; de benoeming van de voorzitter vindt eerst plaats, nadat de besturen van de Vereniging Het Diakonessenhuis" en de Stichting Bonifatius Hospitaal zich met de voordracht hebben verenigd; - ten aanzien van nog nader vast te leggen essentiële punten zal bij de besluitvorming in het hoofdbestuur een 2/3 meerderheid vereist zijn." Ter toelichting op bovenstaande formule wordt opgemerkt, dat de benoeming van drie leden door de gemeenteraad is voorgesteld met het oog op de alge mene taak die de gemeente heeft op het terrein van de volksgezondheid. Tot de essentiële punten waarvoor een 2/3 meerderheid is vereist, zullen in ieder geval behoren het opheffen van huisbesturen, het benoemen van leden daarvan, benevens het benoemen van directies. Voorts wordt gedacht aan functieverdeling, uitbreidingen e.d. In de reeds genoemde bespreking van 28 april 1975 werd door de delegaties van de drie ziekenhuizen - behoudens goedkeuring door het bevoegde gezag van elk der huizen - besloten: 1de formules voor de overgangsfase en voor de eindfase te aanvaarden en het overleg onder leiding van de Geneeskundig Inspecteur van de Volks gezondheid op basis van deze formules te hervatten; s Op grond van hetgeen elders in dit rapport wordt gesteld omtrent de eisen, welke aan de rechtspersoon in de eindfase worden gesteld, stelt de commissie voor deze formulering zo te lezen, dat het hoofdbestuur be staat uit 13 leden te benoemen door de Raad der gemeente Leeuwarden, waar van 5 op voordracht van het bestuur van de Vereniging "Het Diakonessen huis", 5 op voordracht van het bestuur van de Stichting Bonifatius Hos pitaal en 3, waaronder de voorzitter, op voordracht van Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1976 | | pagina 139