4. met de totstandkoming van de besluitencentrale zou de taak van de be leidsgroep onder leiding van de Geneeskundig Inspecteur kunnen worden beëindigd» 4. Het formeren en doen instellen van een arbitragecommissie en het o» schrijven van de taken en bevoegdheden van deze commissie. -4- 2. dit overleg zou moeten worden gevoerd door een beleidsgroep, bestaan de uit vaste delegaties van de drie ziekenhuizen, waarbij gedacht zou kunnen worden aan drie bestuurders en één directielid per deelnemer; 3. deze beleidsgroep dient de totstandkoming van de besluitencentrale voor te bereiden en daartoe voorstellen aan de besturen te doen; Door de besturen van de Vereniging "Het Diakonessenhuis" en van de Stich ting Bonifatius Hospitaal, alsmede door de Gemeenteraad van Leeuwarden werd ingestemd met de hierboven onder 1 tot en met 4 genoemde punten. Door de Gemeenteraad werd daarbij uitdrukkelijk uitgesproken, dat een van de eerste punten van overleg in de beleidsgroep zou moeten zijn de vorm van de rechtspersoon in de eindfase. B. De Voorbereidingscommissie. IInleiding. Op basis van de door de besturen van de drie ziekenhuizen aanvaarde uitgangspunten werd in juni 1975 een beleidsgroep - hierna te noemen "voorbereidingscommissie" - ingesteld. Aan het optreden van de eigen lijke voorbereidingscommissie ging een tweetal besprekingen van de Geneeskundig Inspecteur van de Volksgezondheid in Friesland met de voorzitters van de ziekenhuisbesturen vooraf. Tijdens deze besprekinge:| werd de taakopdracht, welke globaal reeds was aangegeven in de door de besturen aanvaarde uitgangspunten, nader geconcretiseerd als volgt: 1. Het formuleren van de taakopdracht van de besluitencentrale. 2. Het omschrijven van de rechtsvorm van de besluitencentrale, de be voegdheden en de verhouding tot de ziekenhuizen. 3. Het doen samenstellen van de besluitencentrale waaronder het benoe men van een voorzitter en het instellen van een secretariaat. 5. Het zonodig aanpassen van de formule voor de overgangsfase aan de formule voor de eindfase. 6. Het doen aanvangen van een studie over de vraag wie, onder verant woordelijkheid van de drie besturen, opdrachtgever zal zijn voor de toekomstige bouwactiviteiten en welke rechtspersoon deze opdracht gever zal moeten bezitten. 7. Het opstellen van een tijdschema aangaande de overgangsfase 8. Het aangeven hoe de contacten met de vakbonden, de ondernemingsraden c.q. de medezeggenschapscommissie en de medische staven dienen plaat te hebben. 9. Het stellen van regelen ten aanzien van de contacten met de publici teitsmedia. De voorbereidingscommissie werd als volgt samengesteld: - de heer H.T. Kijlstra, arts, Geneeskundig Inspecteur van de Volksge zondheid voor Friesland, voorzitter; namens het Bonifatius Hospitaal: - de heer A.D. de Vries, voorzitter van het bestuur; - de heer H.M. Hettinga, bestuurslid; - de heer P.J. Engels, bestuurslid (plaatsvervanger); - de heer W.J.A. Rademaker, arts, directielid; namens het Diakonessenhuis - de heer B.W. Wester, voorzitter van het bestuur; - de heer G. Zeilmaker, bestuurslid; - mevrouw J. Vegter-van der Kieft, bestuurslid (plaatsvervanger); - de heer O.D.J. Roemeling, directielid; -3- namens de gemeente Leeuwarden (Triotel): - de heer G. de Vries, wethouder, voorzitter van de bestuurscommissie; - de heer J. Schaafsma, lid van de bestuurscommissie; - mevrouw A. Willemsma-de Jong, lid van de bestuurscommissie (plaats vervanger) - de heer P. Bonnema, arts, directielid. Het secretariaat van de commissie werd vervuld door de heer K. Duiker, inspectiesecretaris bij de Geneeskundige Inspectie van de Volksgezond heid voor Friesland. In een later stadium nam de heer mr. H.J. Winkelman, hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken ter gemeentesecretarie van Leeuwarden, als ad viseur aan de werkzaamheden van de commissie deel. De voorbereidingscommissie heeft zich naast bovengenoemde onderwerpen eveneens bezig gehouden met de vraag, welke rechtsvorm het ene zieken huisinstituut in de eindfase dient te hebben, zulks mede naar aanleiding van de door de Raad der gemeente Leeuwarden uitgesproken wens dit onder werp als een der eerste punten van overleg aan de orde te stellen. De voorstellen van de Commissie zijn neergelegd in het vervolg van dit rap port. De rechtsvorm van het ene ziekenhuisinstituut .in de eindfase. Zoals gesteld heeft de Commissie zich naast de in het vorenstaande om schreven opdracht eveneens bezig gehouden met de vraag, welke de rechts vorm dient te zijn van het ene ziekenhuisinstituut in de eindfase. Aange zien de Raad van de gemeente Leeuwarden omtrent dit onderwerp reeds eer der van zijn gevoelen heeft doen blijken en de besturen van de Vereniging "Het Diakonessenhuis" en de Stichting Bonifatius Hospitaal tussentijds reeds tot een beslissing zijn gekomen, meent de voorbereidingscommissie thans te kunnen volstaan met een summiere behandeling van dit onderwerp. Voor de keuze van de rechtsvorm in de eindfase zijn er theoretisch drie mogelijkheden, te weten: a. een gemeentelijke tak van dienst; b. een "gewone" stichting; c. een stichting, welke in aanmerking komt voor een aanwijzing, als bedoeld in artikel B 3 van de Algemene burgerlijke pensioenwet (een zg. "over- heidsstichting" In de discussies omtrent dit onderwerp is de commissie reeds spoedig tot de conclusie gekomen, dat de onder a. genoemde mogelijkheid in de gegeven situatie niet in aanmerking komt vanwege de diversiteit in historische achtergrond van de deelnemende ziekenhuizen. De discussie heeft zich fei telijk dan ook toegespitst op de keuze tussen de sub b. en c. genoemde mogelijkheden. De commissie heeft daarbij in aanmerking genomen: - dat de Raad der gemeente Leeuwarden als zijn mening te kennen heeft ge geven dat ook het toekomstig ziekenhuisgebeuren in Leeuwarden moet vol doen aan eisen van democratische controle, waarbij de algemene taak ook van de plaatselijke overheid ten aanzien van de volksgezondheid ge stalte moet kunnen krijgen; - dat aan het personeel van het gemeentelijk ziekenhuis, verpleeghuis en verzorgingshuis Triotel toezeggingen zijn gedaan inzake de handhaving van de verkregen rechten; - dat naar het oordeel van de commissie gestreefd moet worden naar een zodanige oplossing, dat - althans voor zover enigszins mogelijk - gelijk heid van rechtspositie voor het personeel van het ene ziekenhuisinsti tuut wordt verkregen; - dat de betreffende vakorganisaties zich in positieve zin over de even tuele vorming van een zg. overheidsst.icht.ing hebben uitgelaten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1976 | | pagina 140