-2-
b. voor wat betreft het derde en ieder volgend kind, een bedrag dat
over een kwartaal gerekend voor een dergelijk kind aan kinderbij
slag geldt ingevolge artikel 11, eerste lid, onderscheidenlijk
onder de letters a tot en met d, van de Algemene Kinderbijslagwet»
Indien de ambtenaar - anders dan wegens ziekte, verlof met behoud van
bezoldiging of vakantie - zijn betrekking niet gedurende de gehele
maand heeft vervuld, ontvangt hij een evenredig deel van het op hem
toepasselijke hierboven omschreven bedrag.
4. Met betrekking tot de telling van de in het vorige lid bedoelde kin
deren is van overeenkomstige toepassing het bepaalde in artikel 3
van de Kindertoelageregeling overheidspersoneel onderscheidenlijk in
artikel 9 van de Algemene Kinderbijslagwet.
5. De vakantietoelage wordt eenmaal per kalenderjaar uitbetaald over'de
periode van 12 maanden, beginnende met de maand juni van het vooraf
gaande kalenderjaar.
In afwijking van het bepaalde in de vorige zin vindt uitbetaling ook
plaats bij ontslag -van de ambtenaar, tenzij dit ontslag zonder onder
breking wordt gevolgd door een andere betrekking bij de gemeente, met
een werktijd van gelijke duur als die in de laatstbeklede betrekking,
en wel over het tijdvak tussen het einde van de laatstverstreken pe
riode van 12 maanden en de datum van het ontslag.
6a. De voorgaande leden van dit artikel zijn niet van toepassing op de
ambtenaar, die in werkelijke militaire dienst is of te werk is gesteld
in de zin van artikel 8 of 9 van de Wet ge\i/etensbezwaren militaire
dienst (Stb. 1962, nr. 370).
b. Aan de ambtenaar, die gedurende twaalf maanden voor eerste oefening
in werkelijke dienst is geweest of - indien hij een eerste oefening
van kortere duur had te vervullen - die eerste oefening heeft volbracht
of te werk is gesteld in de zin van artikel 8 of artikel 9 van de Wet
gewetensbezwaren militaire dienst en die vervangende dienst gedurende
twaalf maanden heeft vervuld, wordt een bedrag uitgekeerd, dat gelijk
is aan het verschil tussen het bedrag, dat hij als vakantieuitkering uit
hoofde van zijn militaire dienst of tewerkstelling in de zin van de Wet
gewetensbezwaren militaire dienst ontva.ngt en het bedrag aan vakantie
toelage - mits dit hoger is - dat hij zou hebben ontvangen indien de
voorgaande leden op hem van toepassing zijn en de toelage zou zijn
berekend op basis van de volle aan zijn betrekking verbonden bezoldi
ging.
7. Bij de toepassing van dit artikel wordt in acht genomen;
a. dat onder ambtenaar mede wordt verstaan de gewezen ambtenaar ten
aanzien van wie artikel E 13, leden 1, 2 en 5 toepassing vindt5
b. dat de tijd gedurende welke bij wijze van disciplinaire straf of
uit hoofde van schorsing een gedeelte van de bezoldiging wordt in
gehouden buiten beschouwing wordt gelaten, indien en voor zover dat
bij de strafoplegging of schorsing is bepaald. Artikel H2, lid 4
en lid 5 is van overeenkomstige toepassing.
8» Met betrekking tot de uitvoering van dit artikel kunnen burgemeester
en wethouders nadere regelen stellen.
Artikel II
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juni 1976.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Vaststellen jaarrekening 1974 en goedkeuren begroting 1976 van de Stich
ting Culturele Centra Leeuwarden.
Bijlage no. 170. Leeuwarden, 29 april 1976.
Aan
de Gemeenteraad.
Vaststelling jaarrekening 1974.
Overeenkomstig het bepaalde in lid 6 van artikel 16 van de statuten
van de Stichting Culturele Centra Leeuwarden, dient de gemeenteraad de
jaarrekening van deze stichting vast te stellen. In verband hiermee heeft
het stichtingsbestuur de jaarrekening over het boekjaar 1974 ingezonden.
De ingediende jaarrekening 1974 sluit met een exploitatietekort van
865.112,35j welk nadelig saldo overeenkomstig het bepaalde in lid 2 van
artikel 17 voor rekening van de gemeente Leeuwarden komt. Het uitgebrachte
verificatie-rapport over de jaarrekening 1974 ligt bij de stukken ter in
zage
In de gemeentebegroting over het dienstjaar 1974 is na wijziging een
nadelig saldo geraamd van 1.156.260,Gedeputeerde Staten van Friesland
hebben echter geen goedkeuring verleend voor de uitvoering van het door het
stichtingsbestuur opgestelde plan inzake achterstallig onderhoud, waardoor
het nadelig saldo met de hiervoor geraamde kapitaalslasten ad 65.760,
verlaagd is tot 1.090.500,
In verband met het tijdstip, waarop met de verbouwing van de schouwburg
zaal gestart kon worden, is het exploitatie-tekort 225.000,meegeval
len. Voor een nadere toelichting verwijzen wij IJ naar de voor U ter inzage
ge1e gde s tukken
Bij begrotingswijziging heeft U op 4 augustus 1975 (bijlage 208)
reeds besloten het niet-bestede deel van het geraamde exploitatiesubsidie
over 1974 ad 225.000,te reserveren ten behoeve van het treffen van voor
zieningen voor groot en achterstallig onderhoud.
Wij stellen U voor het exploitatietekort over het boekjaar 1974 van de
Stichting Culturele Centra Leeuwarden, door de gemeente uit te keren aan de
stichting, vast te stellen op 865.112,35-
Goedkeuring begroting 1976.
Op grond van het bepaalde in artikel 15? li<t 3 van de statuten van de
Stichting Culturele Centra heeft het bestuur de begroting van baten en las
ten over het jaar 1976 ingediend. De overgelegde begroting 1976 sluit met een
begrotingstekort van 1.083.300,Inmiddels hebben wij aan het bestuur
van de stichting medegedeeld, dat aan het bestuur van de Stichting Het Frysk
Orkest een bedrag van 75.000,aan huur in rekening dient te worden ge
steld voor het gebruik van de oefenruimte, instrumentenberging, muziekbi
bliotheek en garderobe. Aangezien het bestuur van de stichting Culturele
Centra Leeuwarden de opbrengst van de repetitieruimte voorlopig geraamd
heeft op 30.000,hebben wij deze opbrengst met een bedrag van 45-000,
verhoogd. Dientengevolge dient het begrotingstekort op 1.038.300,te
worden gesteld. De in het beleidsplan 1975-1978 voorgestelde besparingen
zijn in de begroting 1976 verwerkt.
Een exemplaar van de over 1976 ingediende begroting met toelichting
is voor IJ ter inzage gelegd. Wij menen voor een nadere toelichting kort
heidshalve naar deze stukken te kunnen verwijzen.
Overeenkomstig hetgeen is bepaald in de statuten komt het exploitatie
tekort voor rekening van de gemeente.
In de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1976 is na wijziging terzake
dan ook I.O38.3OO,opgenomen.