Artikel 14. Puur, verlenging en intrekking van een chauffeursvergunning. 1. Pe door burgemeester en wethouders verleende chauffeursvergunning is geldig gedurende ten hoogste drie jaar. Zij verliest echter haar gel digheid zodra de houder niet meer als chauffeur in de onderneming, ten behoeve van welke zij is afgegeven, werkzaam is. 2. Burgemeester en wethouders kunnen de chauffeursvergunning telkens voor drie jaar verlengen. 3. Een verzoek om verlenging wordt op dezelfde wijze behandeld als een verzoek tot het verkrijgen van een chauffeursvergunning. Het bepaalde in artikel 13 is daarbij van overeenkomstige toepassing. 4. Burgemeester en wethouders kunnen een chauffeursvergunning, al of niet tijdelijk, intrekken, indien de houder van de vergunning zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van de bij of krachtens het uitvoeringsbesluit of deze verordening ten aanzien van chauffeurs van taxi's gestelde voorschriften. 5. Burgemeester en wethouders trekken een chauffeursvergunning in, in dien ten aanzien van de houder van de vergunning is gebleken van fei ten en omstandigheden, welke onmiddellijke intrekking in het belang van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid noodzakelijk doen zijn. 6. Een beschikking tot weigering, intrekking of niet-verlening van een chauffeursvergunning is met redenen omkleed. Artikel 13. 1. Pe houder van een chauffeursvergunning is verplicht: a. zijn vergunning tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden bij zich te hebben en op eerste vordering te tonen aan de in artikel 65 der wet bedoelde ambtenaren; b. zijn vergunning binnen een week nadat deze onherroepelijk is inge trokken of om andere redenen haar geldigheid heeft verloren bij de commissaris van politie in to leveren; c. zijn vergunning zo spoedig aan de commissaris van politie ter wij ziging aan te bieden, zodra hij als taxi-chauffeur bij een andere onderneming in dienst treedt; d. de commissaris van politie onmiddellijk kennis te geven van adres verandering; e. de commissaris van politie onmiddellijk kennis te geven van het ophouden van het als chauffeur ter beschikking staan van de in zijn vergunning vermelde houder van een bedrijfsvergunning; f. onverwijld voorwerpen welke in de taxi zijn achtergebleven, bij de politie of aan de rechtmatige eigenaar af te geven en desgevraagd die inlichtingen te verschaffen, welke kunnen leiden tot opsporing "van dc rechtmatige eigenaar, alsmede hiervan melding te maken op de rittonstaat g. een bevel, vordering of aanwijzing, van ambtenaren, bedoeld in artikel 65 der wet, op grond van enige bepaling dezer verordening, terstond op te volgen; h. onmiddellijk bij de aanvang van een door hem te verzorgen rit de taxameter in te stellen en deze tijdens de rit ingesteld te houden, overeenkomstig het voor deze rit geldende tarief; i. zorg te dragen, dat de prijsaanduiding van de taxameter voor de inzittenden duidelijk waarneembaar is en tussen'ëeri'half uur na zonsondergang en een half uur voor zonsopgang behoorlijk wordt verlicht; j. indien de taxameter .defect raakt, of de verplichte verlichting op de taxameter of lichtbak uitvalt, de bedrijfsvergunninghouder daarvan onmiddellijk in kennis te stellen; k. 1. de rittenstaat, als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onder h, volledig in te vullen en bij de bedrijfsvergunninghouder in te leveren; 2. de door hem verzorgde rit onmiddellijk na het beëindigen daar van op de dagrittenstaat nauwkeurig te vermelden; 3. deze staat op eerste vordering tér inzage af te geven aan de in artikel 65 der wet bedoelde ambtenaren; 1. zolang met de taxi standplaats wordt ingenomen, in de onmiddellijke nabijheid van-dit voertuig.te vertoeven; m. passagiers naar het opgegeven adres of de opgegeven adressen te rijden langs voor de passagiers voordeligste route,- tenzij deze een andere route wensen te volgen; n. de prijsaanwijzing- op de taxameter te. handhaven, teneinde de passa giers in de gelegeneheid te stellen zich van-de stand van de taxa meter te overtuigen'; o. zorg te dragen, dat bij gebruikmaking van beschikbaar gesnelde taxi-standplaatsen de taxi is voorzien' van een goed functionerende lichtbak; p. aan de passagier, op-diens verzoek, een betalingsbewijs te verstrek ken van het afgerekende meter-bedrag net vermelding van zijn naam en wagennummerde datum en het bedrag; q. zich tijdens de rit van roken te onthouden, tenzij de passagiers te kennenhebben gegeven daartegen geen bezwaar te hebben. 2. Het bepaalde in het eerste lid, onder h, i, j en n geldt niet, indien de taxi wordt gebezigd voors a. het vervoer van zieken volgens contracten,- opgemaakt met algemeen erkende ziekenfondsen; b. het vervoer ten behoeve van huwelijksplechtigheden met inbegrip van het afhalen en terugbrengen van de deelnemers. 3. Burgemeester en wethouders kunnen de houder van, een chauffeursvergun ning vrijstelling verlenen van één .of meer van de in. het. eerste lid van dit artikel bedoelde verplichtingen. Artikel 16. Taxistandplaatsen 1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorschriften geven met be trekking tot het doen bezetten van taxistandplaatsen. 2. De burgemeester of een door deze aan te wijzen ambtenaar van de ge meente heeft bij buitengewone gelegenheden, te zijner beoordeling, de bevoegdheid tijdelijk één of moer taxistandplaatsen aan haar bestem ming te onttrekken en in plaats daarvan al of niet één of .meer 'andere taxistandplaatsen aan te wijzen, zonder dat de houder van een bedrijfs- vergunning hierdoor enig recht cp schadeloosstelling kan doen gelden. - 7 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1976 | | pagina 244