Parkeervoorzieningen. Het rapport van de werkgroep gaat ervan uit, dat deze voorzienir- gen in principe rendabel zullen moeten zijn. V/ij zijn van oordeel, dat dit met name behoort te gelden voor te bouwen parkeergarages. Indien de aanleg van parkeerterreinen niet rendabel zou blijken te zijn, maar aan dergelijke terreinen toch behoefte zou blijken te bestaan, dienen de kosten te worden gedekt ten laste van de stelpost voor civieltech nische werken. Tangenten en kruispunten: rioleringen. Aangezien de betreffende wegen deel uitmaken van de hoofdwegen structuur van onze gemeente is gerekend op 50% subsidie in de aanleg- kosten. De niet door subsidie gedekte kosten die worden geraamd op 500.000,per jaar komen eveneens ten laste van de stelpost civiel technische werken. Op deze stelpost is voor 1977 financiële ruimte ge reserveerd voor een investering van 5.700.000,Ingevolge Uw be slissing in het kader van het beleidsplan 1976—1980 zal deze post een structurele verlaging ondergaan. De kosten voor tangenten en kruis punten, eventueel voor parkeerterreinen en voor rioleringen zullen mede gelet op de zware lasten die andere werken in het kader van de realisering van het hoofdwegennet in en om Leeuwarden met zich mee zul len brengen, een zwaar beslag leggen op de post civieltechnische werken, Het is zeker niet denkbeeldig, dat ook op dit terrein zal moeten wor den getemporiseerd. In het rapport wordt opgemerkt, dat naast de financiële problemen ook moeilijkheden van technische aard vallen te verwachten. Het in een betrekkelijk kort tijdsbestek uitvoeren van een zo grote hoeveelheid openbare werken kan ernstige risico's met zich meebrengen voor het functioneren van de binnenstad. Inderdaad zal getracht moeten worden door een goede planning en coördinatie van de werkzaamheden deze risi co's tot een minimum te beperken, maar het is ook niet uitgesloten, dat het in sommige gevallen noodzakelijk zal zijn de werkzaamheden te tem poriseren. Tenslotte valt te verwachten, dat het personeelsbestand van de hoofdafdeling Openbare Werken van de Dienst Stadsontwikkeling niet toe reikend zal zijn om de bonodigé plannen tot uitvoering van werken tij dig gereed te hebben. In het rapport wordt er reeds op gewezen, dat een oplossing kan worden gevonden door werkzaamheden uit de besteden en dat dit financieel geen consequenties zou hebben, omdat de voorbe- reidingskosten reeds begrepen zijn in de hiervoor opgesomde investe ringen. Wij menen er met nadruk op te moeten wijzen, dat deze ziens wijze niet geheel zonder risico is. Zij'is slechts juist, indien de nodige subsidies worden verkregen in die mate als waarop is gerekend. Bovendien moet ons inziens rekening worden gehouden met de kans dat bepaalde plannen doordat zij om wat voor reden dan ook ernstige vertra ging ondervinden, verouderd zijn op het moment, dat zij kunnen worden uitgevoerd. Indien U zou besluiten dergelijke plannen niet door te laten gaan en opdracht zou verstrekker tot het maken van nieuwe plan nen, zullen de voorbereidingskosten van de afgewezen plannen volledig voor rekening van de gemeente komen. Mede gezien de hiervoor geschetste knelpunten menen wij, dat ook dit risico moet worden onderkend. Het vorenstaande geeft ons aanleiding onze grote bezorgdheid uit te spreken over de mogelijkheid de in het rapport neergelegde planning te realiseren. Dit klemt te meer, omdat het zonder voorbehoud aanvaar den van dit rapport als uitgangspunt voor de uitvoering van het Struc tuurplan voor de Binnenstad, bij een groot aantal belanghebbenden ver wachtingen zal wekken. - 5 - Indien deze verwachtingen als gevolg van een of meer van de hiervoor gesignaleerde knelpunten zouden worden gefrustreerd, zou dat bijzon der ernstige risico's met zich meebrengen voor het welslagen van de stadsvernieuwing in onze gemeente. Voor dit welslagen is immers naast de gemeentelijke inspanning het enthousiasme en het initiatief van de bevolking een onontbeerlijke factor. Anderzijds zijn wij van oordeel, dat de oproep van de Rijksover heid om de stadsvernieuwing grootscheeps aan te pakken van gemeente wege niet onbeantwoord mag blijven. V/at dat betreft zijn er door wets ontwerpen, nota's en uitlatingen van de bewindslieden van Volkshuis vesting en Ruimtelijke Ordening ook bij onze gemeente, ons inziens gerechtvaardigdeverwachtingen gewekt. Het is om deze reden, dat wij U voorstellen thans inderdaad te besluiten het Rapport Uitvoering Structuurplan Binnenstad te aanvaarden als basis voor de uitvoering van het structuurplan. Wij moeten daarbij echter het voorbehoud maken, dat wij op deze zaak bij U terug zullen komen, indien blijkt dat een van de hiervoor gesignaleerde knelpunten en dan wel in het bijzonder het achterwege blijven van voldoende financiële medewerking van de zijde van de Rijksoverheid - een ingrijpende wijziging in de planning noodzakelijk maakt. Het door de werkgroep voorgestelde overleg met het Rijk over de financiële mogelijkheden van het uitvoeringsplan zul len wij zo spoedig mogelijk voeren. 2Aanwijzing van het gebied binnen de stadsgrachten als rehabilitatie- en stadsvernieuwingsgebied. Met het voorstel van de werkgroep het gebied binnen de stads grachten thans als rehabilitatie— en stadsvernieuwingsgebied aan te wijzen kunnen wij ons verenigen. Weliswaar zijn alle bestemmingsplan nen nog in voorbereiding evenals het rapport betreffende de inventari satie van de bouwkundige, de historische en de stedebouwkundige kwa liteiten van de panden in de binnenstad, maar naar onze mening bieden het Structuurplan voor de Binnenstad 1974 en het onderhavige Uitvoe ringsplan een voldoende basis om tot de aanwijzing als stadsvernieuw ingsgebied over te gaan. Dit houdt uiteraard niet in, dat onmiddellijk ieder subsidieverzoek met betrekking tot de rehabilitatie van individuele panden zal wor den gehonoreerd. De in voorbereiding zijnde stadsvernieuwingsplannen en het genoemde inventariserend onderzoek zullen een exact antwoord moeten geven.op de vraag welke panden gerehabiliteerd, instandgehou den of gesaneerd moeten worden. Het is ons inziens echter mogelijk om vooruitlopend daarop reeds thans in een aantal gevallen rehabilita— tiesubsidies te verstrekken. Wij zullen de bewindslieden van Volks huisvesting en Ruimtelijke Ordening dan ook verzoeken de Beschikking Geldelijke Steun Rehabilitatie in beginsel voor de gehele binnenstad van toepassing te verklaren. Met betrekking tot de begrenzing van het aan te wijzen stadsver nieuwingsgebied merken wij op, dat dit niet geheel samenvalt met het gebied dat naar Uw oordeel als beschermd stadsgezicht dient te worden aangewezen. Dit is gebeurd om de praktische reden, dat de onderdelen van het be schermd stadsgezicht die buiten de stadsgrachten liggen, niet zullen worden opgenomen in de bestemmingsplannen voor de binnenstad, maar in die voor de "schil". Wij zijn uiteraard bereid bij de bewindslieden van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk en die van Volkshuis vesting en Ruimtelijke Ordening ook voor restauratie of rehabilitatie van panden die in het beschermd stadsgezicht maar buiten de grachten liggen maximale subsidiëring te bepleiten. Resumerend stellen wij U voor het gebied gelegen binnen de stads grachten aan te wijzen als rehabilitatie- en stadsvernieuwingsgebied.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1976 | | pagina 278