Aangaan geldlening groot 2.500.000,met de N.V. Bank voor
Nederlandsche Gemeenten.
Bijlage no. 300. Leeuwarden, 18 augustus 1976.
Aan de gemeenteraad.
Ingevolge de Wet Kapitaaluitgaven Publiekrechtelijke Lichamen
dienen de gemeenten de vaste financiering te verzekeren van de op de
kapitaaldienst van de begrotingen geraamde uitgaven, die zij binnen de
eerste 15 maanden zullen moeten doen. Deze vaste financiering behoeft
niet te zijn verzekerd, indien en voorzover de z.g. kasgeldnorm nog ruimte
biedt. Het is n.l. zo, dat een bedrag overeenkomend mot 25$ van de totale
inkomsten van de gewone dienst - met uitzondering van de inkomsten van de
hoofdstukken XII en XIV - mag worden gefinancierd met kortlopende
financieringsmiddelen.
Elke maand moet elke gemeente een staat opmaken (de z.g. G-staat) waaruit
blijkt hoe de financieringspositie is.
De staat bestaat uit drie onderdelen n.l.:
- netto vlottende schuld of overschot aan vlottende middelen
(schuld of vordering in rekening-courant, kasgeldleningen,
daggeldlcningen enz.
- geraamde betalingen binnen de eerste 15 maanden ter zake van
door Gedeputeerde Staten goedgekeurde kapitaaluitgaven;
- financieringsmiddelen, welke binnen de eerste 15 maanden
beschikbaar zullen komen.
Uit deze drie onderdelen is de netto-kapitaalbehoefte van de gemeente
af te leidon. Deze behoefte bedroeg voor onze gemeente naar de toestand
per 1 augustus 1976 33*627.000,
De voor 1976 geldende kasgeldnorm bedraagt 39*540.000,
Mitsdien was per 1 augustus j.l. een financieringsruimte aanwezig
van ruim 5*900.000,
Er zijn echter nog een aantal door de Raad beschikbaar gestelde
kredieten, die nog niet door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd en
derhalve nog niet in de hiervoor vermelde financieringsstaat zijn opgenomen.
Ook is in do staat niet opgenomen de te verwachten opbrengst wegens
overdracht aan de Provincie van do afvalwaterzuiveringsinstallatie.
Nadat met deze gegevens rekening is gehouden resteert nog een financierings-
ruimtc van 2.647*000,
De centrale financiering behoort sedert juni 1975 tot het verleden.
Do gemeente dient daarom thans zelf weer voor haar kapitaalvoorziening
te zorgen.
Rekening houdend mot in 1976 nog te ramen investeringskredieten
en met betalingsverplichtingen voor in uitvoering zijnde werken (als
gevolg van het geleidelijk binnen de eerste 15 maanden opnemen van betalings
verplichtingen voor kapitaaluitgaven, waarvan de betalingsverplichtingen zich
aanvankelijk buiten de 15 maanden uitstrekten) zijn wij van oordeel, dat
het nodig is op korte termijn een geldlening van 2.500.000,aan te gaan.
Op ons verzoek heeft de N.V. Bank voor Nederlandscho Gemeenten oen
aanbieding van een geldlening gedaan tot dat bedrag. De rente van de
geldlening bedraagt 10-^$ en de looptijd 25 jaar. Do geldlening kan per
1 september a.s. worden opgenomen. Voor de overige voorwaarden, waaronder
de loning kan worden opgenomen, verwijzen wij U naar de ter inzage gelogde
stukken.