b. het afleveren van vuurwerk, als bedoeld in bijlage III, onder III, letters B.F., G. I. en J. aan personen van 14 tot 18 jaar; c. het afleveren van vuurwerk, als bedoeld in bijlage III, onder III, letters E. tot en met J. door personen die tot het verrichten van arbeid op grond van de Arbeidswet 1919 zijn toegelaten. Bezigen van vuurwerk. Artikel 4 1. liet is verboden vuurwerk, als bedoeld in bijlage III, onder III, letters A. tot en met D.van het Reglement Gevaarlijke Stoffen te bezigen op of aan een weg of op een andere voor het publiek toeganke lijke plaats. 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 5 van deze verordening geldt het in het eerste lid gestelde verbod niet van 31 december te 18.00 uur tot 1 januari te 2.00 uur. 3. Indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan door burgemeester en wethouders, dan wel, indien het bezigen van vuurwerk als bedoeld in bijlage III, onder III van het Reglement Gevaarlijke Stoffen, verband houdt met een openbare vermakelijkheid, door de bur gemeester van he..t -i-n-het eerste lid gestelde verbod ontheffing worden verlaend' voor andere tijden dan de in het tweede lid genoemde. 4. Op een verzoek om ontheffing als in het vorige lid bedoeld, zijn de artikelen A 8 tot en met A 16 van de Algemene Politieverordening Leeuwarden van toepassing. Artikel 3 Onverminderd het bepaalde in artikel 429 van het Wetboek van Strafrecht is het verboden vuurwerk, als bedoeld in bijlage III, onder III, letters A. tot en met J.van het Reglement Gevaarlijke Stoffen te bezigen indien daardoor redelijkerwijs op of aan de weg of op een andere voor het publiek toegankelijke plaats gevaar, schade, hinder van ernstige aard of overlast voor personen, dieren of goederen kan worden veroorzaakt. Bij zich hebben van vuurwerk. Artikel 6 1. Het is verboden vuurwerk, als bedoeld in bijlage III, onder III, letters A. tot en met D. van het Reglement gevaarlijke stoffen,op of aan de weg of op een andere voor het publiek toegankelijke plaats bij zich te hebben. 2. Het in het vorige lid gestelde verbod geldt niet: a. tijdens de uren of dagen waarop het bezigen van de daar bedoelde vuurwerken bij het tweede lid of krachtens het derde lid van arti kel 4 is toegestaan, alsmede gedurende een uur daarvóór en een uur daarna b. voor personen, aan wie op grond van een door burgemeester en wet houders verleende vergunning, als bedoeld in artikel 34» eerste lid van genoemd reglement, vuurwerk is afgeleverd, gedurende de tijd, die in redelijkheid nodig is om na het in ontvangst nemen van het vuurwerk thuis te komen; c. voor het vervoer van de daar bedoelde vuurwerken, waarvoor een vergunning is verleend krachtens de Wet Gevaarlijke Stoffen. - 3 - Vogelverschrikkers Artikel 7 1. Het is verboden vuurwerk, als bedoeld in bijlage III, onder III, letter K.van het Reglement Gevaarlijke Stoffen te bezigen of bij zich te hebben: a. op of aan een weg of op een andere voor het publiek toegankelijke plaats; b. op een andere plaats, indien daardoor op of aan een weg of op een andere voor het publiek toegankelijke plaats redelijkerwijze hin der of overlast voor personen of dieren kan ontstaan. 2. Het in het eerste lid vervatte verbod geldt niet voor degene, die in het bezit is van een geldige verklaring, als bedoeld in artikel 38 van net Reglement Gevaarlijke Stoffen en dit vuurwerk bezigt dan wel bij zich heeft in de uitoefening van zijn bedrijf. Overige bepalingen. Artikel 8 Hij die handelt in strijd met een voorwaarde, verbonden aan een op grond van deze verordening verleende ontheffing, dan wel een zodanige voorwaar de niet nakomt, wordt geacht te hebben gehandeld zonder ontheffing. Artikel 9. 1Overtreding van het bepaalde in de artikelen 4 "tot en met 7 van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden. 2. Overtreding van het bepaalde in de artikelen 4 "tot en met 7 van deze verordening kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. 3. Wegens overtreding van het bepaalde in de artikelen 4 tot en met 7 van deze verordening, gepleegd door of vanwege een rechtspersoon, een vennootschap of een doelvermogen, worden gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden: a. bestuurders, leden van het bestuur of commissarissen van die rechts persoon, die vennootschap of dat doelvermogen; alsmede b. zij die tot het feit opdracht hebben gegeven of die feitelijke leiding hebben gehad bij het verboden handelen of nalaten. Artikel 10 1Met het opsporen van de overtredingen van deze verordening zijn belast de ambtenaren, bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering. 2. Aan de in het eerste lid bedoelde ambtenaren wordt voor het opsporen van de overtredingen van deze verordening de last verstrekt te allen tijde woningen alsmede besloten lokalen, erven en andere al dan niet afgesloten ruimten en gronden tegen de wil van de rechthebbende, be woners of gebruikers binnen te treden of te betreden. 3. De in het tweede lid van dit artikel verstrekte last geldt, voor zo veel zij het binnentreden van woningen betreft, slechts voor het op sporen van overtredingen van voorschriften van deze verordening, die strekken tot handhaving van de openbare rust of veiligheid of tot be scherming van het leven of de gezondheid van personen, onderscheiden lijk voor de verwezenlijking van dergelijke voorschriften.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1976 | | pagina 303