Bebouwing van het gebied St. Jacobsstraat-hoek Gouverneursplein.
Bijlage no. 326 Leeuwarden, 23 september 1976.
Aan
de Gemeenteraad.
In het verleden hebben plannen bestaan de huisvestingsproblemen van ge
meentebestuur en secretarie op te lossen door uitbreiding van het stad
huiscomplex op een terrein gelegen aan de St. Jacobsstraat-hoek Gouver
neursplein. Aangezien de gemeente in 1971 de mogelijkheid kreeg tot
verwerving van het voormalig Stadhouderlijke Hof, is van deze plannen
afgezien. IJ besloot op 5 juli 1971» dat de betrokken panden toch dienden
te worden aangekocht en afgebroken. In afwachting van een definitieve
bestemming op basis van het structuurplan voor de binnenstad werd het
reeds bestaande terrein ingericht voor parkeerdoeleinden.
Intussen werden door de gemeente enige naast het parkeerterrein gelegen
panden aan de St. Jacobsstraat verworven. Begin 1974 heeft ons college
mede op advies van de "Stadhuiscommissie" overleg gevoerd met de winke
liersvereniging "De St. Jacobsstraat" over de mogelijke bestemming van
het betrokken gebied, zulks met inachtneming van de door U in 1973 vast
gestelde standaard- en richtdoelen voor de binnenstad. In dit gesprek
heeft het bestuur van de winkeliersvereniging naar voren gebracht, dat
het terrein ten zuiden van het Gouverneursplein definitief diende te
worden bestemd tot parkeerterrein. Op 22 april 1974 heeft U besloten
de naast het parkeerterrein gelegen panden aan de St. Jacobsstraat te
doen afbreken, nadat over een herbouwplan overeenstemming zou zijn be
reikt. Daarbij heeft U in principe de voorkeur gegeven aan een winkel
bestemming en ingestemd met de inschakeling van een projektontwikkelings-
maatschappij
Met de b.v. bouwonderneming noord-nederland zijn daarna besprekingen
gevoerd, welke geleid hebben tot een herbouwplan dat op 29 september 1975
in de raadscommissie voor ruimtelijke ordening is behandeld. De commissie
was van mening, dat het aanbeveling verdiende in het herbouwplan ook het
parkeerterrein te betrekken. Op grond hiervan is het plan herzien en op
1 maart 1976 wederom in de raadscommissie voor ruimtelijke ordening aan
de orde gesteld. In deze vergadering zijn een aantal bezwaren naar voren
gebracht vooral met betrekking tot de gevolgde procedure. Met name het
ontbreken van expliciet door de raad voor dit gebied vastgestelde uit
gangspunten voor de ontwikkeling van het plan werd door enkele leden
onbevredigend geacht.
Deprocedure
Het onderhavige plan is ontwikkeld op basis van genomen raadsbesluiten en
tussentijds overleg met de raadscommissie voor ruimtelijke ordening. Uit
gangspunten voor het plan vormen de doelstellingen van het structuurplan
voor de binnenstad. Toetsing van het plan aan deze doelstellingen kan ons
inziens tot de conclusie leiden, dat het plan niet in strijd is met de
uit de doelstellingen voortvloeiende ontwikkelingen voor de binnenstad.
In de afgelopen jaren moest telkenmale ingespeeld worden op zich wijzigen
de omstandigheden en situaties m.b.t. het onderhavig gebied. Ondertussen
zijn de door de gemeente aangekochte panden in dit gebied gezien de on
gewisse toekomstige ontwikkeling in een steeds slechtere toestand komen
te verkeren. In beginsel aangekocht voor amovering, kon hiertoe niet
worden overgegaan zolang over een herbouwplan geen overeenstemming be
stond. Vandaar dat spoed geboden was, waarbij ingehaakt is op plannen
m.b.t. dit gebied van de B.V. Bouwonderneming Noord-Nederland.