-2- Ar.tikel 3. Verkrijgen van een bedrijfsvergunning. 1. Een verzoek tot het verkrijgen van een bedrijfsvergunning moet schriftelijk bij burgemeester en wethouders worden ingediend en door de verzoeker(s) zijn ondertekend. 2. Indien de aanvrager een rechtspersoon dan wel een niet-rechtspersoon- lijkheid bezittende vennootschap is, kunnen burgemeester en wethou ders verlangen, dat bij het verzoek tot het verkrijgen vein een be drijf svergunning de statuten of de akte van oprichting worden over gelegd. Artikel 4. Verplichte weigeringsgronden van een bedrijfsvergunning. 1. Op een verzoek tot het verkrijgen van een bedrijfsvergunning beschik ken burgemeester en wethouders afwijzend, onverminderd het bepaalde in het uitvoeringsbesluit, indien: a. redelijkerwijs te verwachten is, dat de verzoeker niet in hoofd zaak in het taxibedrijf of een daaraan verwant bedrijf werkzaam zal zijn, tenzij de combinatie met een ander bedrijf of beroep uit een oogpunt van algemeen vervoerbelang toelaatbaar is; b. het aantal taxi's dat krachtens reeds verleende bedrijfsvergun- ningen mag worden gebezigd, in voldoende mate in de behoefte aan taxi 1s voorziet; c. het bedrijf met minder dan drie taxi's zal worden uitgeoefend. 2. De verplichting om een bedrijfsvergunning te weigeren op grond van het eerste lid, sub c, geldt niet wanneer het een bedrijf betreft, dat is gevestigd buiten de bebouwde kom der stad, als bedoeld in artikel 8 der Bouwverordening. Artikel 5. l r f Facultatieve weigeringsgronden van een bedrijfsvergunning. Op een verzoek tot het verkrijgen van een bedrijfsvergunning kunnen burgemeester en wethouders afwijzend beschikken op andere dan in artikel 4 genoemde gronden, ontleend aan het belang van een duurzame en redelij ke voorziening in de behoefte aan taxi's, dan wel om redenen van alge meen vervoerbelang. Artikel 6. Beschikken op verzoek tot het verkrijgen van een bedrijfsvergunning. 1. Alvorens op een verozek tot het verkrijgen van een bedrijfsvergunning te beschikken horen burgemeester en wethouders de taxi-adviescommis sie. 2. Een afwijzende, of een van het verzoek afwijkende beschikking wordt met redenen omkleed en kan slechts worden genomen op grond van het bepaalde in de artikelen 4 en 5» 3. De beschikking wordt onverwijld, bij aangetekend schrijven, aan de verzoeker toegezonden. -3- Artikel 7. Duur der bedrijfsvergunning De bedrijfsvergunning wordt verleend voor ten hoogste vijf jaar. Zij kan op verzoek van de vergunninghouder telkens voor ten hoogste die zelfde termijn worden verlengd. Artikel 8. Verzoeken om verlenging, wijziging, overdracht en intrekking van een 1. Een verzoek om: a. verlenging van een bedrijfsvergunning; b. wijziging van een bedrijfsvergunning of van de voorwaarden, waar onder zij werd verleend; c. de overdracht van een bedrijfsvergunning; d. intrekking van een bedrijfsvergunning; moet schriftelijk worden ingediend bij burgemeester en wethouders en door de verzoeker(s) worden ondertekend. 2. Een verzoek om verlenging van de bedrijfsvergunning dient tenminste drie maanden voor het verstrijken van de geldigheidsduur van de lo- pende bedrijfsvergunning te worden ingediend. 3. Strekt het verzoek tot gehele of gedeeltelijke overdracht van een bedrijfsvergunning, dan moet degene aan wie deze bedrijfsvergunning geheel of gedeeltelijk zal worden overgedragen het verzoek mede ondertekenen. Artikel 3> tweede lid, is van overeenkomstige toepas sing. 4- Op de beschikking op een verzoek, bedoeld in het eerste lid onder a, b en c is het bepaalde in de artikelen 4> en G van overeenkom stige toepassing. Artikel 9. Ambtshalve intrekking en wijziging van een bedrijfsvergunning. 1. Burgemeester en wethouders kunnen, bij een met redenen omklede be schikking, de taxi-adviescommissie gehoord, een bedrijfsvergunning intrekken of wijzigen: a. indien de houder van een bedrijfsvergunning handelt in strijd met het uitvoeringsbesluit of met een bij of krachtens deze verorde ning gegeven voorschrift; b. indien blijkt, dat de houder van een bedrijfsvergunning niet meer in hoofdzaak in het taxibedrijf of een daaraan verwant bedrijf werkzaam is en tevens de combinatie met een ander beroep of be drijf uit een oogpunt van algemeen vervoersbelang niet toelaat baar is; c. indien de houder van een bedrijfsvergunning minder taxi's exploi teert dan het in artikel 4> onder c genoemde aantal, tenzij het bedrijf is gevestigd buiten de bebouwde kom der stad, als bedoeld in artikel 8 der Bouwverordening. 2. Burgemeester en wethouders kunnen tot de in het eerste lid van dit artikel genoemde maatregelen niet eerder overgaan dan drie maanden, nadat de betrokken vergunninghouder van het voornemen daartoe in ken nis is gesteld. 3. Op de in dit artikel bedoelde beschikking is het bepaalde in het der de lid van artikel 6 van overeenkomstige toepassing.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1976 | | pagina 360