1,.het opnemen in het geautomatiseerde bestand van onver
plichte aantekeningen als bedoeld in artikel 28 van het
Besluit bevolkingsboekhouding en van niet aan de bevol
kingsboekhouding ontleende gegevens;
Zoals reeds bij de behandeling van het oorspronlcelijke
voorstel in de Raad werd opgemerkt, is de commissie van
oordeel, dat dit noch een nieuw, noch een specifiek
Leeuwarder probleem is, doch een reeds lang bestaand
nationaal probleem, dat vraagt om een landelijke oplos
sing. In dit verband vermeldt de commissie evenwel nog,
dat het Algemeen Bestuur van het Cevan inmiddels het da
gelijks bestuur van het Cevan heeft opgedrongen nadere
regelen te geven ten aanzien van het transport van de
gegevens naar veiliger oorden bij dreiging van bezet
ting van het land door een vijandelijke macht en hun
vernietiging, voordat een vijandelijke macht zich ervan
meester zou kunnen maken.
b. Het aspect, dat automatisering van een registratie aan
de problematiek van de privacy een nieuwe dimensie geeft
is met name in het geding, wanneer in het gea/utomatisecr-
de bestand gegevens worden opgenomen, welke niet aan de
bevolkingsboekhouding worden ontleend. Gegevens dus, wa
van aantekening op de persoonskaart niet plaatsvindt.
Ook komt dit aspect naar voren, wanneer verschillende
los van elkaar aangelegde bestanden onderling met elkaar
in verbinding worden gebracht (gekoppeld worden).
Bij een dergelijke koppeling is de toepassing van een
centraal administratienummer op technische gronden aan
bevelenswaardig. Op regeringsniveau is deze materie in
het kader van de Centrale Personenadministratie uitvoerig
onderzocht. De staatscommissie-Koopmans meent dat op dit
punt de grootst mogelijke zorgvuldigheid is geboden.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken schrijft in
zijn "Ten geleide" bij de publicatie van een voorontwerp
op de Centrale personenadministratie (C.P.A.), dat de
Regering niet van plan is een wetsontwerp op de C.P.A.
in te dienen, voordat de staatscommissie-Koopmans haar
eindadvies heeft uitgebracht over de algemene wetgeving
inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer
bij persoonsregistraties. De C.P.A. zal niet in werking
treden voordat die algemene wetgeving van kracht zal zijn
pewnrrl pn -
;.ar-
geworden.
Daarmee volgt de Staatssecretaris het minderheidsstandpunt,
dat één der leden van de staatscommissie-Koopmans heeft
ingenomen.
Het is duidelijk, dat een geautomatiseerde bevolkings
administratie, welke met andere geautomatiseerde admi
nistraties in relatie gebracht kan worden, voor de ge
meente een belangrijk hulpmiddel kan zijn voor het door
haar te voeren beleid, aangezien dit beleid in veel ge
vallen nauw verband houdt met de bevolkingsontwikkeling.
Daarmede wordt echter een terrein betreden, dat buiten
de invloedssfeer ligt van het Besluit bevolkingsboek
houding. Het gaat dan om de doeleinden, waarvoor men tot
automatisering van registratie overgaat, n.l. het snel
verkrijgen van informatie van hoge kwaliteit en het be
reiken van een meer efficiënte verwerking en opslag van
gegevens.
De commissie is van oordeel, dat hierbij de nodige voor
zichtigheid moet worden betracht en dat de gemeenteraad
de gelegenheid dient te krijgen de ontwikkelingen op dit
terrein te volgen. Maatregelen dienen te worden getroffen
dat de beslissing over de vraag, welke informatie over
-7-
personen nodig is voor de behartiging van de gemeente
lijke overheidstaak en welk gebruik van deze informatie
zal mogen worden gemaakt, met de nodige waarborgen om
ringd wordt en bestuurlijk controleerbaar wordt.
CConclusie
In verband met het bovenstaande komt de commissie dan ook tot
de conclusie, dat tegen de automatisering van de bevolkings
administratie als zodanig uit oogpunt van privacy-bescherming
geen bezwaar bestaat, mits tegen mogelijke inbreuken op de
persoonlijke levenssfeer zoveel als mogelijk is waarborgen
worden geschapen.
Het verdient daarom aanbeveling om het oorspronkelijke voor
stel van Burgemeester en Wethouders om tot automatisering
van de bevolkingsadministratie over te gaan met de volgende
punten aan te vullen.
a. Er dient door de Raad een commissie van advies en bijstand
aan Burgemeester en Wethouders te worden ingesteld, welke
tot taak zal hebben het College te adviseren en bij te
staan ten aanzien van aangelegenheden, welke betrekking heb
ben op de automatisering van de bevolkingsadministratie,
die de bescherming van de persoonlijke levenssfeer beogen
(zie terzake het in de bijlage door de commissie geformu
leerde concept-besluit).
b. Naast het Besluit bevolkingsboekhoTiding dient voor de ge
automatiseerde bevolkingsadministratie een reglement te
worden vastgesteld, waarin naast voorschriften omtrent het
beheer van de administratie wordt beoaald, dat Burgemeester
en Wethouders, alvorens ten aanzien van deze Materie een
beslissing te nemen, verplicht zijn de onder a. bedoelde
commissie te horen over:
2.het in gebruik nemen van terminals (eindstations) door
andere dan tot het personeel van de secretarie-afdeling
B.B.M.V. behorende personen;
3.het koppelen van de in het bevolkingsbestand opgenomen
gegevens met andere in het bezit van de gemeente Leeuwar
den zijride geautomatiseerde administraties.
c. Het koppelen van in de geautomatiseerde bevolkingsadmini
stratie opgenomen gegevens met geautomatiseerde administra
ties, welke niet in het bezit zijn van de gemeente Leeuwar
den, mag niet plaats vinden dan nadat de Gemeenteraad daar
toe uitdrukkelijk toestemming heeft verleend.
(zie voor de punten b. en c. het terzake in de bijlage door
de commissie geforinu ieerde concept-reglement
Leeuwarden, 21 april 1976.
J ..yh j^\°orzitter.
Secretaris