Wijziging Bepalingen elektriciteitslevering 19^5»
Bijlage no. 194 Leeuwarden, 20 mei 1976.
Aan de Gemeenteraad.
In artikel 4? sub 2, van de Bepalingen elektriciteitslevering 19&5
is ondermeer vastgesteld, dat bij de aanleg van een elektriciteitsaanslui
ting maximaal de eerste drie meter van de leiding, gerekend vanaf de grens
van de gemeentegrond, voor rekening van de gemeente komt. De verdere leidin
gen zijn voor rekening van de eigenaar van het perceel.
Bij flatgebouwen werd elke flatwoning beschouwd als een afzonderlijk
perceel xiraarop de in artikel 4 bedoelde aftrek van drie meter leiding werd
toegepast. Wij zijn van mening, dat dit niet juist is en dat de Bepalingen
elektriciteitslevering op dit punt aanvulling behoeven. In dit verband merkt
wij in het Beleidsplan 1975-1978 bij het onderdeel van de nutsbedrijven op,
dat de stijgleidingen in flatgebouwen naar onze mening voor rekening van de
flateigenaren dienen te komen. Dit zou per jaar een tesparing van rond
2.000,betekenen.
De in de eerste alinea aangehaalde bepaling dient ons inziens dan zo
danig te worden toegepast, dat deze voor flatgebouwen eenmalig betrekking
heeft op de aansluiting, van een stijgleiding op de hoofdleiding.
Teneinde een en ander duidelijk tot uitdrukking te brengen dient in
de Bepalingen elektriciteitslevering een zinsnede te worden opgenomen zoals
in bijgaand ontwerp-besluit is aangegeven. Wij stellen IJ voor dienovereen
komstig te besluiten.
Omtrent deze aangelegenheid heeft overleg plaats gevonden met de wo
ningbouwcorporaties in Leeuwarden, omdat een en ander een geringe vorhoging
van de bouwkosten tot gevolg heeft.
De Commissie voor het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf kan zich met
ons voorstel verenigen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
Reumer Secretaris.
loco