REGIO LEEUW ARDEN
Vaststellen van een advies aan de deelnemende gemeenten inzake het
Structuurschema Verkeer en Vervoer.
Bijlage no. 13» Leeuwarden, 6 juni 1977.
Aan de Regioraad.
Het aantal kernbeslissingen, nota's en rapporten, dat de laatste
tijd van overheidswege is verschenen, is zonder meer groot te noemen.
Dit heeft als bezwaar, dat een goede afstemming van een aantal pro
blemen door tijdgebrek in gevaar kan komen.
Vrijwel tegelijk met de regeringsbeslissing over de Verstedelijkings-
nota zijn enkele rapporten verschenen, die direct in verband staan met
het landelijk beleid voor de ruimtelijke ordening, maar waarin onmogelijk
met de inhoud van de reeds genoemde regeringsbeslissing rekening kan zijn
gehouden. Wij zouden een meer geleidelijke afhandeling van regeringsnota's
over vrijwel hetzelfde beleidspunt juister achten. Vooral omdat daarmee
wordt voorkomen, dat reacties worden uitgelokt, die bij de inspraak
procedure van een eerdere kernbeslissing ook al naar voren zijn gebracht
of zelfs in een regeringsbeslissing al zijn gehonoreerd. Bovendien wordt
door de gelijktijdige verschijning een diepgaande studie van de nota's
vrijwel onmogelijk. Geldt dit bezwaar al voor een overheidsinstelling met
ambtenaren, voor particulieren is het zeker ondoenlijk de stroom van
beleidsvoornemens inhoudelijk te volgen en te verwerken. Op deze manier
komt de mogelijkheid tot inspraak niet goed tot haar recht.
Volgen en verwerken blijft echter noodzakelijk. Wij hebben dan ook
het Structuurschema Verkeer en Vervoer aan een globale studie onderworpen,
die uiteraard vooral was toegespitst op de voor de Regio Leeuwarden be
langrijke punten.
1. OPENBAAR VERVOERNET.
a. Spoorlijn Amsterdam - Almere - Lelystad - Heerenveen - Drachten -
Groningen.
In hoofdstuk 3. Het te voeren beleid wordt op de pagina's 34 en 36 de
uitbreiding van het spoorwegennet met de lijn Amsterdam - Almere -
Lelystad - Heerenveen - Groningen behandeld. Hierbij blijkb overduide
lijk, dat bij het gedeelte Lelystad - Groningen grote vraagtekens wor
den gezet. Alhoewel de mogelijkheid van aanleg .na 1990 niet wordt uit
gesloten, acht de,regering doortrekking van de lijn Amsterdam - Almere
- Lelystad naar Groningen, mede in verband met de geringe taakstelling
ten aanzien van de bevolkingsontwikkeling in het noorden des lands in
de Verstedeli jkingsnota, niet waarschijnlijk.
Hieruit blijkt het al door ons gesignaleerde probleem ten gevolge van
het niet op elkaar aansluiten van nauw met elkaar verweven kern
beslissingen. De argumentatie, op grond waarvan de realisering van de
voor het noorden zo "belangrijke spoorlijn wordt betwijfeld, achten wij
strijdig met het gedeelte van de regeringsbeslissing over de Verstede
li jkingsnota, waarin voor het noorden grotere nadruk wordt gelegd op
de betekenis van Groningen, Leeuwarden en Emmen als groeipolen. Reeds
in de advisering ten aanzien van de Nota Werken wij gesteld, dat een