Artikel 5«
Voor de afzondering van zieke, wrakke en gewonde dieren wordt de op het voor
terrein aanwezige daartoe bestemde en op de bij deze verordening behorende kaart
als zodanig aangegeven ruimte aangewezen.
Artikel 4.
Nabij de plaatsen, waar de keuring plaats vindt, zoals is aangegeven op de bij
deze verordening behorende kaart zijn aanwezig:
a. een lokaliteit voor de met de keuring belaste dierenarts(en) en diens hulp
personeel;
b. de nodige middelen ter reiniging en ontsmetting.
Artikel 5.
Burgemeester en Wethouders stellen de tijd vast waarbinnen vee en kleinvee tot
het marktterrein en tot de marktplaats worden toegelaten, alsmede de tijd waar
binnen veemarkt wordt gehouden.
Artikel 6.
Het is niet toegestaan:
a. een ander gedeelte van het veemarktterrein dan het voorterrein te gebruiken
voor de aan- en afvoer van vee;
b. vee op een ander gedeelte van het veemarktterrein te laden en te lossen dan
op de voor verschillende diersoorten op de bij deze verordening behorende
kaart aangegeven los- en laadperron;
c. vee, dat is gelost en nog niet aan de keuring is onderworpen, op een andere
plaats van het veemarktterrein te houden dan op de voor verschillende dier
soorten door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen gedeelten van het voor
terrein.
d. gestorven vee te lossen op het veemarktterrein;
e. vee op een ander gedeelte van het veemarktterrein ten behoeve van de verkoop
op te stellen dan op de voor verschillende diersoorten door Burgemeester en
Wethouders aan te wijzen gedeelte van de marktplaats;
f. een ander gedeelte van het veemarktterrein dan het op de bij deze verordening
behorende kaart als zodanig aangegeven gedeelte van het voorterrein te ge
bruiken voor het reinigen en ontsmetten van veewagens, waarmee vee naar het
veemarktterrein is aangevoerd.
Artikel 7.
1. Bij het opstellen van vee en kleinvee op het voorterrein en op de marktplaats
dienen de door of namens de directeur gegeven aanwijzingen en bevelen in acht
te worden genomen.
2. Onverminderd het in artikel J8 bepaalde is de directeur of degene die de
directeur op het veemarktterrein vervangt bevoegd de in strijd met de in het
eerste lid bedoelde aanwijzingen en bevelen geplaatste dieren van hun plaats
te verwijderen of te doen verwijderen.
Artikel 8.
Het is niet toegestaan vee op de marktplaats te brengen of te houden dan nadat
uit een onmiddellijk te voren (ter plaatse) verrichte keuring is gebleken, dat
tegen toelating tot de marktplaats geen bezwaren bestaan.
- 3 -
Artikel 9»
De eigenaar, houder of hoeder van de aangevoerde dieren is verplicht deze
dieren ter keuring aan te bieden en hierbij de nodige medewerking te verlenen.
Artikel 10.
a. Het brengen van vee naar de marktplaats is slechts toegestaan langs de toe
gangen die op de bij deze verordening behorende kaart daartoe zijn aangewezen.
b. De aanvoer naar de marktplaats van:
- eenhoevige dieren en vrouwelijke runderen ouder dan één jaar is niet toe*-
gestaan anders dan afzonderlijk geleid en in niet groter aantal dan twee
tegelijk langs één toegang;
- stieren ouder dan één jaar is niet toegestaan anders dan afzonderlijk geleid
langs één toegang en voorzien van een neusring of knieband dan wel anders
zins op zodanige wijze dat zij geen gevaar opleveren voor mens en dier;
- schapen is niet toegestaan anders dan voldoende gespreid.
Artikel 11.
Zieke, wrakke en gewonde dieren en dieren, die op grond van de keuring niet tot
de marktplaats zijn toegelaten dienen totdat ze worden afgevoerd te worden onder
gebracht in de in artikel 3 genoemde ruimte.
Artikel 12.
Degene, die vee op het veemarktterrein aanvoert of anderszins onder zijn hoede
heeft, dient ieder ongeval, ieder duidelijk geval van ziekte, ieder dreigend
sterfgeval en ieder sterfgeval, dat zich onder deze dieren voordoet onverwijld
te melden aan de met de keuring belaste dierenarts.
Artikel 15.
Het is niet toegestaan reeds gebruikt strooisel op
anders dan van gemeentewegedaarvan weg te voeren.
de
marktplaats
te brengen of,
Artikel 14.
De aanvoer van en de handel in huiden en vellen op
gestaan.
de
marktplaats
is niet toe-
Artikel 15.
1. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wethouders, in overeenstemming
met de inspecteur, één of meer gedeelten van het voorterrein aanwijzen voor
het opstellen van vee ten behoeve van de verkoop.
2. Op vorenbedoeld gedeelte of vorenbedoelde gedeelten van het voorterrein zijn
de bepalingen van deze verordening, welke op de marktplaats betrekking hebben,
van toepassing.
Artikel 16.
De inspecteur is bevoegd in verband met het dreigen, optreden of heersen van
een besmettelijke veeziekte bijzondere voorschriften betréffende het veeartse-
nijkundig toezicht te geven.