No. 18013 B.
DE RAAD DER GEHEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 29 deöember 1976 (bijlage no. 1f>)
BESLUIT
vast te stellen de volgende
Verordening tot wijziging van de Wachtgeld
verordening.
Artikel I.
A. Aan artikel 4 worden een derde en vierde lid, toegevoegd luidende
als volgt:
3. Indien voor de wachtgelder, bedoeld in het vorige lid, de berekening
van de verdere duur van het wachtgeld uitkomt op een tijdvak van
minder dan drie maanden, wordt hem voor de aan dat tijdvak ont
brekende periode, indien hij nog v/erkloos is en zolang die werk
loosheid in die periode voortduurt, een uitkering toegekend gelijk
aan 80% van de bezoldiging.
4. Aan de wachtgelder die de leeftijd van twintig jaren nog niet
heeft bereikt en die na ommekomst van de in het eerste lid genoemde
termijn nog werkloos is, wordt zolang die werkloosheid voortduurt
doch voor ten hoogste drie maanden oen uitkering toegekend gelijk
aan 80% van de bezoldiging.
B. Artikel 19, lid 1, onder f, wordt gelezen als volgt:
f. indien achteraf blijkt, dat vóór het aan de wachtgelder verleende
ontslag zich feiten en/of omstandigheden hebben voorgedaan, die
zo deze eerder bekend waren aanleiding zouden hebben gevormd hem
als ambtenaar met toepassing van hoofdstuk G van het Algemeen
Ambtenarenreglement, ontslag te verlenen.
Artikel II.
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden met ingang
van 1 januari 1977»
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.