- 6 -
Artikel 23.
Alle schade door de leerling in of aan het schoolgebouw of de instrumenten
van het instituut toegebracht, wordt op kosten van de leerling of, bij
zijn minderjarigheid, van degene, die verplicht is tot betaling van het
lesgeld, hersteld.
Artikel 24.
De directeur doet aan de leerling zo vaak hij dit nodig oordeelt, doch
tenminste één maal per jaar een rapport toekomen over de vordering en de
ijver van die leerling.
Bij minderjarigheid van cL leerling worden de rapporten ook aan degene, die
verplicht is tot betaling van het lesgeld verstrekt.
Artikel 25
De directeur doet van de aan- of afmelding van een leerling opgave aan
Burgemeester en Wethouders onder overlegging van de betreffende schrifte
lijke mededeling van de leerling, c.q. bij zijn minderjarigheid van degene,
die verplicht is tot betaling van het lesgeld.
Hoofdstuk 6.
Lesgelden.
Artikel 26.
1. Voor het ontvangen van muziekonderwijs aan het instituut wordt lesgeld
geheven.
2. De heffing en de invordering van het lesgeld worden bij afzonderlijke
verordening geregeld.
Hoofdstuk 7.
Slotbepalingen.
Artikel 27.
In gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen Burgemeester
en Wethouders.
Artikel 28.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Gemeentelijk
Muziekinstituut"
- 7 -
Artikel 29.
Deze verordening treedt in werking op de dag volgend op die van haar
afkondiging.
Met ingang van die datum wordt de Verordening op het Gemeentelijk Muziek
instituut Leeuwarden (Raadsbesluit 30-11-1966) ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.