II-4-7 leerjaar. In de praktijk blijkt namelijk dat de docenten na één jaar nog niet tot een gefundeerd oordeel over de leerlingen kunnen komen. De leerling heeft nog onvoldoende gelegenheid gehad zichtbaar te maken waar zijn beste kansen liggen. De keuze moet te vroeg, op een te jonge leeftijd, worden gemaakt. Door een brugperiode van drie jaar in te voeren hoopt men deze bezwaren te kunnen ondervangen. Stedelijk gymnasium. Sedert 1 augustus 1968 wordt aan het stedelijk gymnasium als facultatief leervak onderwijs gegeven in de filosofie (vanaf de 4e klas). De minister van Onderwijs en Wetenschappen heeft met ingang van 1974 tijdelijk, bij wijze van experiment, toestemming gegeven het vak filosofie als eind examenvak in te voeren. Als voorwaarde werd onder meer gesteld dat het vak zowel in de alpha-afdeling als in de bêta-afdeling moet kunnen worden gehandhaafd. Het vak filosofie wordt overigens gekozen in plaats van een ander eindexamenvak. Er is door de minister een commissie benoemd die het experiment begeleidt. In 1974 kozen 14 leerlingen filosofie als eind examenvak, in 1975 12 leerlingen en in 1976 18 leerlingen. Het experiment trekt landelijke belangstelling, getuige het symposium dat in januari 1976 in Leeuwarden is gehouden en waaraan ruim 100 personen uit alle delen van het land deelnamen. Gemeentelijke Opleidingsschool voor Kleuterleidsters. Deze school is vertegenwoordigd in de plaatselijke overleggroep die het integratie-experiment lager onderwijs-kleuteronderwijs in Workum begeleid. Dit experiment gaat uit van de Innovatie Commissie Basisschool. In augustus 1978 zal worden gestart met de applicatiecursussen voor leerkrachten uit het lager- en kleuteronderwijs die de volledige bevoegd heid voor het toekomstige basisonderwijs wensen te behalen. De docenten van de opleidingsschool zullen daartoe van te voren een bepaalde scholing ontvangen. Het door het nieuwe basisonderwijs noodzakelijk geworden herstructurerings proces van de huidige opleidingsscholen voor kleuterleidsters en de pedagogische academies geeft aanleiding tot veel onzekerheden, vooral liggend in het bestuurlijke vlak. 8. De Schooladviesdienst. De -positie van de Schooladviesdienst (S.A.D.) in het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderwijsbegeleidingsdiensten in Friesland (G.C.O.). Na enige moeilijkheden binnen het bestuur van het G.C.O. zijn de bespre kingen over de plaats van de S.A.D. binnen het geheel van het G.C.O. weer op gang gekomen. In de hiertoe gevormde commissie bestaande uit vertegenwoordigers van "besturen" en directies is de sfeer goed te noemen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 142