II-4-8 f 43, I 7s*~rr. 9. Kosten en vergoedingen onderwi.is. De uitgaven in de sector Onderwijs nemen in de jaren 1977-1982 toe met ongeveer 10 miljoen tot 58,5 miljoen. Deze stijging van de uitgaven wordt grotendeels gecompenseerd door een stijging van rijksvergoedingen. Het tekort op de sector Onderwijs, dat naar raming over 1977 ongeveer 2,8 miljoen zal bedragen, neemt over de periode 1978-1982 met ongeveer 1,2 miljoen toe en komt daarmee in 1982 op 4 miljoen. Toelichting per volgnummer. Aanschaffen en onderhouden van snel- en ontwikkelingsmateriaal kleuter onderwijs (volgnrs. 264/294)- Ingevolge het beleidsplan 1977-1981 zou het bedrag per kleuter voor aanschaf en onderhoud van spel- en ontwikkelingsmateriaal geleidelijk worden verhoogd. Van de zijde van het kleuteronderwijs heeft men ons er op gewezen dat deze verhoging niet voldoende wordt geacht. Aan deze bezwaren is tegemoet gekomen door het bedrag per kleuter per jaar met ingang van 1978 te verhogen tot Aanschaffen en onderhouden van schoolboeken, leermiddelen en schoolbehoeften; schoolbibliotheken lager onderwijs (volgnrs. 318/546). Ook van de zijde van het lager onderwijs is er op gewezen dat het bedrag per leerling voor aanschaf en onderhoud van leermiddelen enz. ingevolge het beleidsplan 1977-1981 te weinig wordt verhoogd. Men heeft er herhaal delijk voor gepleit dit bedrag in overeenstemming te brengen met het dien aangaande telkenjare door de rijksinspectie geadviseerde normbedrag. Het bedrag per leerling per jaar is met ingang van 1978 overeenkomstig deze wens verhoogd tot bedoeld normbedrag, dat naar verwachting in 1978 88,50 zal bedragen. De kosten die uit het leermiddelenbudget moeten worden bestreden kunnen worden onderscheiden in vaste kosten, welke niet, of in mindere mate, samen hangen met de omvang van een school, en variabele kosten, welke nauw verband houden met het aantal leerlingen dat een school bezoekt. Tot nu toe werd met dit onderscheid bij de toedeling van het leermiddelenbudget geen rekening gehouden hetgeen nadelig was voor kleinere scholen. Wij zijn dan ook voornemens het leermiddelenbudget te splitsen in twee gedeelten, namelijk een bedrag per school dat voor alle scholen gelijk zal zijn en een bedrag per leerling. Over de hoogte van de bedoelde bedragen zal nog overleg worden gevoerd met de Schoolraad. Het totale bedrag dat zal worden besteed dient in overeenstemming te zijn met de inspectienorm. Bij uitvoering van het onderhavige systeem kan het extra bedrag dat de dorpscholen thans ont vangen vervallen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 143