II-11-1
PAR. 11. BELEIDSSECTOR MAATSCHAPPELIJKE AANGELEGENHEDEN
A. Algemeen
Tijdens de behandeling van het beleidsplan 1977-1981 hebben wij
de nadruk gelegd op het belang van de diverse aan een integraal
voorzieningenpakket op het terrein van de maatschappelijke dienst
verlening te stellen eisen. Wij noemen er nogmaals enige: onderlinge
samenwerking en wederzijdse afstemming van activiteiten en personeel,
bereikbaarheid en toegankelijkheid voor het publiek, ook tijdens de
weekends.
Het is ons bekend dat de pogingen die binnen de Raad voor de Maat
schappelijke Dienstverlening worden ondernomen om visies op elkaar
af te stemmen en om concrete afspraken te maken over onder meer de
1e lijnshulpverlening vooralsnog op diverse problemen stuiten.
Hieronder vallen in dit verband bijvoorbeeld verschillende werk-
opvattingen en structuren, verschillende subsidieregelingen en
subsidiërende instanties. Ook bij het opstellen van het beleidsplan
van deze raad spelen deze zaken een complicerende rol.
Het ook in de sector "zorg" doorwerkende decentralisatiebeleid van
de rijksoverheid zal naast extra verantwoordelijkheid tevens meer
mogelijkheden aan de gemeentelijke overheid bieden om een betere
samenhang en afstemming van alle 1e lijnsvoorzieningen te bewerk
stelligen, respectievelijk af te dwingen.
Er worden rijksbijdrageregelingen voorbereid voor de maatschappelijke
hulp- en dienstverlening aan jongeren en jong volwassenen, voor het
gecoördineerde bejaardenwerk en, in een verder verschiet, voor het
algemeen maatschappelijk werk. Met terugwerkende kracht is op 1
januari 1977 de rijksbijdrageregeling Kinderdagverblijven in werking
getreden.
De gemeenten moeten dus ook op het terrein van de maatschappelijke
aangelegenheden een planmatig welzijnsbeleid voeren, waarbij in de op
te stellen plannen de samenhang tussen de diverse deelgebieden moet
blijken.
1Algemeen Maatschappelijk Werk.
De stichting Maatschappelijke Dienstverlening heeft een discussienota
hulpverleningsbeleid opgesteld en voor commentaar verspreid. Wij
hebben ons in positieve zin uitgesproken over de uitgangspunten van
deze nota en hebben te kennen gegeven ook de verdere voortgang
positief te willen begeleiden.
Wij hebben U inmiddels voorstellen gedaan ter subsidiëring van de
huisvestingslasten van de afdeling Friesland van de Cliëntenbond.