II—11-2
Ook voor de genoemde rijksbijdrageregelingen voor kinderdag
verblijven en voor maatschappelijke hulp en dienstverlening
aan jongeren en jong volwassenen hebben wij ruimte gereserveerd.
Over de besteding van deze bedragen zullen U nog nadere voor
stellen bereiken.
2. Bejaardenwerk.
Bij de aanbieding van de "nota Bejaardenbeleid 1976" hebben wij
de consequenties van het door het rijk gevoerde bejaardenbeleid
aan U voorgelegd.
Zoals reeds in paragraaf 10 is vermeld is binnen de Regio Leeuwarden
overleg gaande om te komen tot het instellen van een regionale
indicatiecommissie. Plaatselijk zullen er verder overlegstructuren
geformeerd kunnen worden die een verdere samenhang en onderlinge
afstemming dienen te brengen in zowel de intra-murale als de
extra-murale zorgfuncties.
In de ontwerp-rijksbijdrageregeling "Gecoördineerd Bejaardenwerk"
die de voorlopige rijksbijdrageregeling "Dienstencentra voor
bejaarden van 1967" binnen niet al te lange tijd zal gaan ver
vangen, wordt er van uitgegaan dat de stichting Bejaardenwerk
deze functie zou moeten vervullen. Een en ander zal echter nog
nadere studie en overleg vereisen.
De Raad voor Bejaardenaangelegenheden heeft een rapport opgesteld
waarin voorstéllen gedaan worden betreffende een alarmeringssysteem
in bejaardenwoningen (een vereiste voor nieuw te bouwen woningen).
Wij beraden ons hier nog over.
3Gemeentelijke Sociale Dienst.
Zoals wij in het beleidsplan 1977-1981 opmerkten heeft een evalu
atie van het werkaanbod bij de afdelingen Individuele Maatschap
pelijke Zorg en Algemene Zaken uitgewezen dat de op dat moment
aanwezige bezetting (39 en 15 ambtenaren) voorshands gehandhaafd
diende te blijven. Tot eenzelfde conclusie zijn wij nadien gekomen
ten aanzien van de afdeling Administratie (36 ambtenaren). Tot
een en ander werd besloten in afwachting van het gereed komen van
het interne onderzoek naar de organisatie en de werkwijze van de
Gemeentelijke Sociale Dienst.
Dit onderzoek heeft meer tijd gevergd dan aanvankelijk - begin 1975 -
was voorzien. De desbetreffende werkgroep onder voorzitterschap
van de wethouder van Sociale Zaken en Welzijnsaangelegenheden heeft
inmiddels een eindrapport uitgebracht. In dit rapport zijn ons
voorstellen gedaan om te komen tot een organisatiewijziging,