II-12-4
De Koorder Compagnie. (volgnummer 522).
Op 25 april 1977 hebt IJ besloten om, zolang het rijk de in de Nota
Toneelbestek bedoelde verantwoordelijkheid ten aanzien van de
Noorder Compagnie nog niet op zich heeft kunnen nemen, mee te
werken aan een subsidieregeling die gebaseerd is op de oorspronke
lijke subsidieregeling, waarbij het rijk 40% van het exploitatie
tekort, de provincies Groningen, Friesland en Drenthe gezamelijk 30%
en 19 gemeenten, waaronder Leeuwarden, gezamelijk de overige 30% voor
hun rekening nemen. Aan een dergelijke subsidieregeling willen wij
slechts medewerking verlenen indien; de provinciale besturen van
Groningen, Friesland en Drenthe zich met ingang van 1977 garant ver
klaren voor de begrotingstekorten van de Noorder Compagnie; binnen
ieder van de drie noordelijke provincies een hechte regeling wordt
getroffen tussen de gemeenten en het desbetreffend provinciaal be
stuur; de gemeente Leeuwarden bij de regeling met het provinciaal
bestuur van Friesland niet wordt aangeslagen voor de tekorten veroor
zaakt door het niet deelnemen van de overige Friese gemeenten aan de
regeling en voorts indien in het totale aandeel van de provincie Fries
land niet tekorten worden verwerkt door eventueel tekort schieten van
de provincies Groningen en Drenthe.
Thans is een nieuwe subsidieregeling in voorbereiding waarbij het rijk
voorlopig 40% van het tekort voor zijn rekening blijft nemen. De
gemeente Smallingerland zal in haar hoedanigheid van vestingsplaats
6% van dit tekort voor haar rekening nemen. De overige 54% wordt
omgeslagen over de-drie noordelijke provincies op basis van het
inwoneraantal. Binnen de provincie Friesland zal het provinciaal
bestuur 2/3 deel van het Friese aandeel voor zijn rekening nemen, ter
wijl het de bedoeling is dat circa 12 grotere Friese gemeenten,
waaronder Leeuwarden, het resterende 1/3 deel zullen subsidiëren.
Het Frysk Orkest, (volgnummer 522).
In het beleidsplan 1977-1981 werd gesteld dat het Frysk Orkest met
ingang van 1978 voor 50% door de provincie Friesland, voor 35% door
de gemeente Leeuwarden en voor 15% door de overige Friese gemeenten
zou worden gesubsidieerd. Gedeputeerde Staten zijn er onlangs mee
akkoord gegaan dat met ingang van 1979 deze verhouding in dier voege
wordt gewijzigd dat de provincie dan 60% van het tekort gaat dragen,
de gemeente Leeuwarden 30% en de overige gemeenten 10%.
