II-12-5
Stichting Beeldende Kunst Friesland, (volgnummer ^26).
Evenals het museum Princessehof en het Kreativiteitscentrnm maakt
de Stichting Beeldende Kunst Friesland gebruik van de regeling voor
jeugdige werklozen. Een medewerker is belast met alle voorkomende
technische werkzaamheden, voornamelijk op het gebied van het enca
dreren van de kunstwerken. Dit werk zal op korte termijn sterk toe
nemen nu het S.B.K.-centrum ook is belast met de distributie van
het werk uit de Beeldende Kunstenaarsregeling. Het is evenwel bekend
dat de regeling voor jeugdige werklozen langzaam zal worden afgebouwd.
In verband hiermede dient, evenals bij het museum Princessehof,
rekening te worden gehouden met de vaste aanstelling van een technisch
medewerker in de planningperiode.
De tot en met 1977 geldende subsidieregeling m.b.t. de Stichting
Beeldende Kunst zal in de komende planningperiode worden voortge
zet. Dit betekent dat het expositiegedeelte voor 100% voor rekening
van de gemeente blijft. 50% van het tekort op het S.B.K.-B.K.R.-
gedeelte wordt gesubsidieerd door de provincie, de overige 50% van
deze exploitatiekosten komt voor rekening van de gemeente. De ver
goeding aan de deelnemende kunstenaars is voor rekening van het rijk.
Culturele Prijzen, (volgnummer 552).
Het onderzoek naar de eventuele wijziging van het karakter van de
culturele prijzen vergt meer tijd dan aanvankelijk was voorzien. Wij
hopen U op zo kort mogelijke termijn ter zake voorstellen te kunnen
doen.
Lectuurvoorziening, (volgnummer 544).
De op basis van de Wet op het Openbare Bibliotheekwerk gevorderde
algemene maatregelen van bestuur inzake de boekencollectie en de
personeelsformatie zijn nog steeds niet afgekomen. Volgens de concept-
algemene maatregelen van bestuur zou de Openbare Bibliotheek Leeu
warden een aanzienlijke achterstand in het boekenbezit moeten inhalen.
Wij stellen voor om een gemeentelijke bijdrage aan de Openbare
Bibliotheek te verstrekken, waardoor het boekenbezit jaarlijks met 7%
kan worden uitgebreid en van de bestaande collectie jaarlijks 8,6%
kan worden vervangen. De kosten hiervan kunnen worden bestreden uit
de reservering voor financiële consequenties voortvloeiende uit de
nog af te kondigen algemene maatregelen van bestuur. In verband met
het ontbreken van vaststaande richtlijnen is het rijk nog niet bereid
de kosten van personeelsuitbreiding te subsidiëren. Hierdoor is in
feite een personeelsstop ontstaan bij de openbare bibliotheek waarop