11-15-6 Het verschil houdt verhand met het feit, dat wegens kosten van voorfinanciering en rentelasten van aan te trekken geldleningen aanvankelijk van hogere percentages was uitgegaan dan later nodig bleek te zijn. Van het teveel toegerekende bedrag heeft ongeveer 1/3 deel of 105.000,betrekking op investeringen die de uit komsten van de algemene dienst niet beïnvloeden (rendabele inves teringen). Dit gedeelte van de rentelast behoort aan de betreffen de rendabele onderdelen van de gemeentehuishouding ten goede te komen (zie volgnr.644). E:r resteert dan nog een bedrag van 211.000,dat wel van invloed is op de uitkomsten van de alge mene dienst. Voorlopig komt dit bedrag onverdeeld op hoofdstuk XIII, par. 1, van de gemeentebegroting tot uitdrukking. Rentecorrectie nieuwe investeringen (volgnr. 557/1 De rente voor nieuwe investeringen is in het beleidsplan gebaseerd op 9,25%. Inmiddels heeft zich een kentering in gunstige zin voor gedaan. Op basis hiervan zijn wij van mening dat het voorshands verantwoord is een rentepercentage van 9 aan te houden. Op basis van het onrendabele deel van de investeringen, zoals die aan het slot van de bijlagen II A en II B behorend bij het beleidsplan zijn weergegeven, is het voordeel van 0,25% rente berekend voor 1978 op 72.000,oplopend tot 195-000,in 1982. Niet-besteden rentelasten nieuwe investeringen in de onrendabele sectoren (volgnr. 557/2). Behoudens een enkele uitzondering worden de kapitaallasten van nieuwe investeringen in het beleidsplan geraamd op basis van een vol jaar rente en een vol jaar afschrijving. De feitelijke situatie is echter dat de rentelast praktisch nimmer ten volle behoeft te worden besteed. De reden hiervoor is dat in verband met de tijd die verloopt tot het beschikbaar stellen van kredieten door de raad en daarna tot het goedkeuren hiervan door gedeputeerde staten een ver traging in de uitvoering van de werken optreedt. Deze vertraging heeft echter tot gevolg dat door het optreden van loon- en prijs stijgingen in de loop van het jaar de investeringen hoger zullen worden dan geraamd. Tot voor kort werd er van uitgegaan dat de niet bestede rentelasten nodig waren om de prijsstijgingen op te vangen. Aangezien de jaarlijkse loon- en prijsstijgingen een niet onaanzien lijke daling te zien hebben gegeven zijn wij van oordeel dat de niet bestede kapitaallasten niet meer ten volle behoeven te worden gere-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 340