I
II-15-8
paard van naar raming 230.000,Voorshands wordt dit bedrag in
deze beleidssector geraamd. Zodra de raad heeft besloten op welke
objecten zal worden afgeschreven zullen de hieruit voortvloeiende
lagere kapitaallasten van dit volgnummer naar de functionele posten
worden overgeboekt. Het laat zich verder aanzien dat ook de dienst
jaren 1976 en 1977 met belangrijke voordelige saldi zullen sluiten.
Wij zijn van mening dat van deze voordelige saldi in ieder geval
een bedrag van 5»000.000,zal worden aangewend voor extra af
schrijving. Ook de hieruit voortvloeiende besparing op kapitaal-
lasten ad 575-000,wordt voorshands geraamd in deze beleids
sector.
Wij zijn van mening dat van het thans geraamde voordelige saldo
voor 1978 voorshands een bedrag van 1.000.000,zal worden aan
gewend voor extra afschrijving. Ook de hieruit voortvloeiende be
sparing op kapitaallasten 115.000,kan voorshands in deze
beleidssector worden geraamd.
Tenslotte is onder dit volgnummer de besparing op kapitaallasten
geraamd als gevolg van de onder volgnummer 357/2 bedoelde extra
afschrijving welke voortvloeit uit de besparing op kapitaallasten
van nieuwe investeringen.
Steluost vrijgevallen afschrijvings- en rentelasten (ongenummerd).
Met ingang van 1979 wordt een stelpost geraamd in verband met het
teruglopen van de rente- en afschrijvingslasten voor de reeds ge
dane investeringen. In de regel worden de investeringen lineair
(elk jaar hetzelfde bedrag) afgeschreven. Na afloop van de afschrij
vingstermijn vervalt de afschrijving geheel. De rentelasten van de
gedane investeringen dalen geleidelijk doordat de boekwaarden t.g.v.
de jaarlijkse afschrijving - langzaam maar zeker - kleiner worden.
Voor zover het de niet-rendabele onderdelen van de gemeentehuis
houding betreft, resulteert uit het vervallen van de afschrijving
voor bepaalde investeringen en uit de geleidelijke verlaging van
de rentelasten voor alle investeringen van die categorie een jaar
lijks (cumulatief) voordeel. Dit voordeel wordt echter beperkt door
het niet synchroom verlopen van de afschrijvingen op de objecten
enerzijds en de aflossingen op de voor de financiering van die ob
jecten gesloten leningen anderzijds. Het totaal van de jaarlijkse
afschrijvingen op de bestaande objecten is lager dan het totaal van
de jaarlijkse aflossingen op de in het verleden aangetrokken lenin
gen. Voor de bestaande objecten moet dus elk jaar opnieuw worden
bijgeleend (herfinanciering). En dat bij-lenen moet in de regel ge-