1-2 Een "bestuurlijke organisatie die de taken van de gemeente uitholt, zal slechts leiden tot een vermindering van de betrokkenheid van de burger bij het bestuur. Indien een aantal zaken die in wezen tot het gemeente lijke takenpakket behoren niet of minder in het kader van één gemeente kunnen worden behartigd dan moet het ons inziens mogelijk blijven dat gemeenten gezamenlijk opereren, zij het op een wat duidelijker gestruc- turéerde wijze dan thans onder de vigeur van de Wet op de Gemeenschap pelijke Regelingen het geval is. In dit verband dient ons inziens stil te worden gestaan bij het functioneren van de Regio Leeuwarden. Hoewel de deelnemende gemeenten in vele opzichten sterk van elkaar verschillen en het daardoor niet altijd mogelijk is om tot duidelijke eensluitende standpunten te komen is het toch verheugend te constateren dat op een aantal terreinen voortgang is geboekt. Met name is duidelijk geworden dat de Regio een rol van betekenis kan spelen bij het bepalen van een gezamenlijk standpunt inzake beleidsvoornemens van de provinciale- en de rijksoverheid. Wij denken hierbij bij voorbeeld aan de nota's ter voorbereiding van het Streekplan Friesland, het Integraal Structuurplan voor het Noorden des Lands en het Structuurschema Verkeer en Vervoer. Het behouden en versterken van de centrumpositie van Leeuwarden op economisch, sociaal en cultureel gebied dient naar onze mening te worden beschouwd als een van de voornaamste doelstellingen van het gemeentelijk beleid. Zowel op rijks- als op provinciaal niveau zijn beslissingen in voorbereiding die van grote invloed zijn op deze doelstelling. In dit kader zijn op rijksniveau twee belangrijke planologische kernbeslissingen relevant, te weten de Verstedelijkingsnota en het Structuurschema Ver keer en Vervoer. De regeringsbeslissing inzake de Verstedelijkingsnota is voor onze gemeente teleurstellend. De regering is namelijk niet be reid Leeuwarden als groeistad aan te wijzen; zij is van oordeel dat een dergelijke aanwijzing slechts een formaliteit zou zijn, omdat Leeuwarden reeds over een groot deel van de groeistadfaciliteiten zou beschikken. Wij kunnen ons met deze zienswijze niet verenigen. Weliswaar wordt onder handeld over lokatiesubsidie voor Camminghaburen, maar andere in de Verstedelijkingsnota genoemde faciliteiten op het gebied van de stads vernieuwing, de welzijnsvoorzieningen en de infrastructuur, zijn niet verleend. Wij hebben de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal en de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van de laatstgenoemde Kamer op de hoogte gesteld van onze ernstige bezwaren tegen de regeringsbeslissing die ons inziens te weinig recht doet aan de centrumfunctie van onze stad. De behandeling van de Verstedelijkings nota in de genoemde vaste kamercommissie en in de Tweede Kamer heeft thans nog niet plaats gevonden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 61