1-17
5- Financiering investeringen.
Ingevolge de Wet Kapitaaluitgaven Publiekrechtelijke Lichamen
dienen de gemeenten de vaste financiering te verzekeren van de
op de kapitaaldienst van de begroting geraamde uitgaven die zij
binnen de eerste 15 maanden zullen moeten doen. Deze vaste finan
ciering behoeft niet te zijn verzekerd indien en voor zover de
z.g. kasgeldnorm nog ruimte biedt. Een bedrag overeenkomende
met 25% van de totale inkomsten van de gewone dienst met uit
zondering van de hoofdstukken XII en XIV mag namelijk worden
gefinancierd met kortlopende financieringsmiddelen. Voor 1977
is dit bedrag becijferd op 44-000.000,.Het ligt echter in de
verwachting dat binnen niet al te lange tijd een wijziging van
de Wet Kapitaaluitgaven Publiekrechtelijke Lichamen van kracht
zal worden waarbij het percentage van 25 teruggebracht zal
worden tot een lager percentage.
De situatie is thans zodanig dat de financieringsruimte die de
staat G (staat, waarin de financieringspositie van de gemeente
voor de eerstkomende 15 maanden tot uitdrukking wordt gebracht)
aanwijst zonder meer nodig is voor het financieren van de
kapitaaluitgaven van het investeringsprogramma voor 1977 dat
nog in de staat G moet worden opgenomen. Dit kan niet eerder
plaats vinden dan nadat door de raad voor de investeringen
kredieten beschikbaar zijn gesteld en deze door gedeputeerde
staten zijn goedgekeurd. Dit houdt in dat voor het netto-investerings
programma voor 1978 (ruim 45,3 miljoen) geldleningen tot een
gelijk bedrag moeten worden afgesloten. Wij stellen ons voor
de raad in de loop van dit jaar een machtiging te vragen voor
het aangaan van geldleningen in 1978 ter financiering van het
investeringsprogramma voor dat jaar. Wij kunnen dan snel reageren
op bepaalde situaties op de kapitaalmarkt
Opzet en indeling van het beleidsplan.
Bij het samenstellen van de ontwerp-begroting en het ontwerp-
beleidsplan is in grote trekken dezelfde werkwijze gevolgd als in
de afgelopen jaren. Bij de voorbereiding is in eerste instantie
door de gemeentelijke diensten uitsluitend gewerkt aan ontwerp
begrotingen en een ontwerp-beleidsplan op basis van ongewijzigd
beleid. Vervolgens zijn deze stukken toegezonden aan de voor de
verschillende beleidssectoren ingestelde werkgroepen, aan de
functionele raden en aan de commissies van advies en bijstand voor