- 2 -
Bij een voortgezet verblijf, voor elk aansluitend
tijdvak van ten hoogste 14 dagen, per m2
oppervlakte 0,40
met een minimum van 10,
Onder oppervlakte wordt verstaan het product van de
grootste lengte en de grootste breedte van het vaartuig.
B. het innemen van een ligplaats op andere plaatsen dan
onder A bedoeld door:
schepen bestemd en gebruikt voor vervoer van goederen,
sleepboten, kranen, bokken, baggermolenszandzuigers
en dergelijke drijvende werktuigen:
a. bij een verblijf van ten hoogste 14 achtereenvolgende
dagen, per m3 0,09
met een minimum van 1,
b. bij abonnement, voor een kalenderkwartaal, per m3 0,95
met een minimum van 10,
c. bij abonnement, voor een kalenderhalfjaar, per m3 1,40
met een minimum van 14
d. bij abonnement, voor een kalenderjaar, per m3 2,35
met een minimum van 23,50
Het havengeld genoemd onder a, b, c en d wordt met
respectievelijk 0,035, f 0,56, 0,75 en 1,12
per m3 verhoogd voor schepen, die tijdens hun ver
blijf in de gemeente worden gebruikt voor opslag van
goederen"
II. In het tweede lid wordt voor:
0,095 en 0,95" vermeld onder a, gelezen respectievelijk
0,10 en 1
1,en 10,vermeld onder b, gelezen respectievelijk
1,05 en 10,50;
1,50 en 15,vermeld onder c, gelezen respectievelijk
1,56 en 15,60;
2,50 en 25,vermeld onder d, gelezen respectievelijk
2,60 en 26,
III. In het derde lid wordt voor:
17,50" vermeld onder a, gelezen 18,50;
80,en 135,vermeld onder b, gelezen respectievelijk
85,— en 140,
IV. In het vierde lid wordt het onder a en b genoemde bedrag van
2,50" gewijzigd in 2,75.
V. In het vijfde lid wordt het onder a en b genoemde bedrag van
"f 14,35" gewijzigd in 15,
- 3 -
Artikel II.
Artikel 14 wordt gewijzigd en gelezen als volgt:
"Het opslaggeld bedraagt per m2 of gedeelte daarvan:
per dag of korter f 0,12
per week 0,65
per maand f 1,85
per jaar f 14,80"
Artikel III.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1978.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
