koop
33%
34
5%
1970
399
91%
38
9%
1971
365
78%
99
22%
1972
760
80%
20%
1973
965
69%
31%
1974
74%
138
26%
1975
522
72
199
20%,
197 6
4257
78
1132
22%
GRAFIEK 3.
Iron: V.O.W.
aantal
woningen
Gerealiseerde woningen in Leeuwarden in de periode
huur
jaar
683
I87
427
563
totaal
STICHTING HET NEDERLANDS ECONOMISCH INSTITUUT
DIFFERENTIATIE VAN TE BOUWEN WONINGEN NAAR HET AANTAL VERTREKKEN IN LEEUWARDEN
november 1962.
Tabel II.5. Vergelijking van de wenselijke en werkelijke verdeling van de in de
periode juli 1956-september 1962 gebouwde woningen naar aantal ver
trekken.
Aantal vertrekken
Wenselijke differentiatie
Werkelijke differentiatie
3
9
1 ,8
4
24
25,3
5
34
59,7
6
25,5
5,0
7 e.m.
7,5
8,2
Totaal
100,0
100,0
Het blijkt duidelijk, dat in Leeuwarden in bovengenoemd tijdvak te weinig woningen
met zes of meer vertrekken zijn gebouwd. Volgens het wenselijke differentiatie-
schema dient het percentage voor het aantal woningen met zes of meer vertrekken
33 (25,5 +7,5) te bedragen. In werkelijkheid bedroeg dit percentage 13,2.
Voordat zal worden overgegaan tot praktische toepassing van het opgestelde diffe
rentiatieschema dient nog op het volgende te worden gewezen. Toepassing van dit
schema op het totaal aantal te bouwen woningen van ca 7.800 tot 1971 zou onvol
doende recht doen aan de woningbehoefte van de alleenstaanden, aangezien met deze
behoefte in het differentiatieschema geen rekening is gehouden. Dit probleem is
opgeslost door het aantal van ca 7.8Ö0 te bouwen woningen te verlagen met het aan
tal dat voor de alleenstaanden is bestemd.
Een raming van-de woningbehoefte voor laatstgenoemde categorie is gemaakt door
als woningbehoevend te beschouwen die alleenstaanden, die alleen of als hoofdbe
woner een woning bewoonden. Vervolgens is nagegaan welk het aandeel was van deze
berekende woningbehoefte in de totale woningbehoefte. Dit voor 1956 gevonden per
centage van 8,7 is vervolgens toegepast op het aantal te bouwen woningen van ca
7.800. De verkregen uitkomst van ca 680 vormt een globale benadering van de toe
komstige woningbehoefte van alleenstaanden. Er resteren dan ca 7.120 woningen voor
de huishoudens.
1) Zie het rapport: "De toekomstige woningbehoefte in Leeuwarden", Stichting het
Nederlandsch Economisch Instituut, november 1962.