- 2 -
Artikel III.
In artikel 5 wordt voor 4,35, f 7,60, 21, 24,95, 8,10, 12,50,
3, gelezen respectievelijk 5, 8,30, 23,15, 26,20, 8,50,
13,~ en 3,15.
Artikel IV.
In artikel 6 wordt voor 155,en
165,— en 41,50.
Artikel V.
In artikel 7 wordt voor 1,25 en
en 4,40.
41,20" gelezen respectievelijk
4,35" gelezen respectievelijk 2,—
Artikel VI.
In artikel 8 wordt voor 25,70, 10,60, 231,en 8,45" gelezen
respectievelijk 27,11,15, f 242,50 en 8,90.
Artikel VII.
In artikel 9 wordt voor 85,60, 513,60, 17,65 en 26,75" gelezen
respectievelijk 90,540,18,50 en 28,
Artikel VIII.
Artikel 10 vervalt.
Artikel IX.
In artikel 11 wordt voor 13,35, f 16,3,60 en 1,gelezen
respectievelijk 1416,80, 3,80 en 1,
Artikel X.
Artikel 14 wordt gewijzigd en gelezen als volgt:
"Degene, die in de loop van het belastingjaar ophoudt gebruik te maken van
de diensten, bedoeld in artikel 4, onder I, sub 1a en 1c, artikel 8,
onder I, sub b, artikel 5, onder I, sub 2 en artikel 6, sub I, alsmede
van de in artikel 9, onderdeel I, sub b, bedoelde dienst wordt ontheffing
van de betaling van het recht verleend voor zoveel volle kalendermaanden
als er nog in het kalenderjaar overblijven, waarin van de diensten geen
gebruik wordt gemaakt, met dien verstande, dat voor de diensten genoemd
in artikel 4, onder I, sub Ia alleen ontheffing wordt verleend, indien
het afschaffen van een privaatton het gevolg is van faecaliënafvoer op
het gemeenteriool."
ll
- 3 -
Artikel XI.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1978.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.