- 2 -
Zoals bekend mogen de opbrengsten niet hoger zijn dan de wettelijke limie
ten, welke voor de gebruikers 12en voor de zakelijk genothebbenden 15%
bedragen van de algemene uitkering uit het gemeentefonds minus de vergoe
ding in de kosten van sociale zorg. De limieten kunnen worden geraamd op
a. voor de gebruikers op 12% van 65.519-000,is 7.622.000,
b. voor de zakelijk genothebbenden op 15% van hetzelfde
bedrag is 9.528.000,
Uit deze opstelling blijkt,dat de limieten niet worden overschreden.
Vrij stellingen;
De Crematoriumvereniging Nederland heeft ons verzocht het door haar
geëxploiteerde crematorium te Goutum vrij te stellen van de onroerend-
goedbelastingen.
Het al dan niet vrijstellen van begraafplaatsen en crematoria is in
Uw vergadering van 23 en 24 juni 1975 reeds aan de orde geweest, zulks
naar aanleiding van een desbetreffend verzoek van de gezamenlijke kerkbe
sturen, waarin deze verzochten een algemene vrijstelling op te nemen voor
begraafplaatsen.
Een meerderheid uit Uw raad achtte het niet juist de vrijstelling te
verlenen gezien het karakter van deze belasting en mede gelet op het feit,
dat deze objecten voorheen bij de straat- en rioolbelasting niet waren
vrijgesteld. Bovendien zou een vrijstelling voor begraafplaatsen conse
quenties hebben ten aanzien van het in deze gemeente gevestigde crematorium,
waarvoor uiteraard een zelfde gedragslijn zou moeten worden gevolgd.
Nu de onroerend-goedbelastingen in het overgrote deel van de gemeenten
zijn ingevoerd hebben wij deze kwestie nogmaals onder ogen gezien. Gebleken
is dat het vaststellen van een waarde voor begraafplaatsen op moeilijkheden
stuit. Ook is ons uit informaties gebleken, dat nagenoeg geen enkele ge
meente begraafplaatsen in de belasting betrekt.
Om praktische redenen stellen wij U daarom voor ook in onze gemeente
de begraafplaatsen vrij te stellen van de onroerend-goedbelastingen.
Naar aanleiding van het verzoek van de Crematoriumvereniging Nederland
merken wij op, dat is gebleken dat alleen de gemeente Leeuwarden crematoria
in de belasting betrekt, terwijl alle overige in den lande gevestigde cre
matoria van de onroerend-goedbelastingen zijn vrijgesteld.
Een meerderheid uit ons college is op grond van deze overweging van
mening, dat ook in deze gemeente crematoria moeten worden vrijgesteld van
de onroerend-goedbelastingen.
Een minderheid uit ons college, bestaande uit de wethouders Eijgelaar
en Rijpma, staat op het standpunt, dat crematoria niet moeten worden vrij
gesteld, aangezien- voor dergelijke objecten naar hun mening wel een econo
mische waarde ten behoeve van de onroerend-goedbelastingen is vast te stel
len.
In verband met het vorenstaande stellen wij U voor artikel 8, 1e lid
van de "Verordening onroerend-goedbelastingen" aan te vullen met sub k,
luidende als volgt:
"De belasting wordt niet geheven van:
k. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria met hun gebouwde en ongebouw
de aanhorigheden.
De Commissie voor de Financiën is over dit voorstel gehoord. De grootst
mogelijke meerderheid in de commissie kan zich met dit voorstel verenigen.
Eén lid maakt bezwaar tegen de voorgestelde vrijstelling van crematoria.
Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig het hierbij gevoegde
ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G. Reumer
Secretaris.
Nr. 16.665.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 17 november
1977 (bijlage nr. 442);
J
BESLUIT:
vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de "Verordening
onroerend-goedbelastingen" (1e wijziging).
Artikel I.
Artikel 7 wordt gewijzigd en gelezen als volgt:
"1. Voor elke volle 3.000,van de heffingsgrondslag bedraagt de belas
ting bedoeld
1. in artikel 1, letter a 7>25
2. in artikel 1, letter b 14,95-
2. Belastingaanslagen van minder dan 10,worden niet opgelegd."
Artikel II.
Aan artikel 8, 1e lid, wordt toegevoegd sub k, luidende als volgt:
"k. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria met hun gebouwde en ongebouw
de aanhorigheden".
Artikel III.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1978.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.