Preadvies met betrekking tot het verzoek van de Fa. S.J. Mellema,
fam. van der Weystraat 71- "te Leeuwarden, om wijziging van het bestem
mingsplan Lekkumerend.
Bijlage no. 475» Leeuwarden, 17 november 1977-
Aan de gemeenteraad.
Op 12 juli 1977 hebben wij op een verzoek van de fa. S.J. Mellema
om het bestemmingsplan Lekkumerend zodanig te wijzigen dat op het bedrijfs
terrein van de firma, gelegen aan de Dokkumer Ee en de Bonkevaart,
bungalowbouw kan plaatsvinden, afwijzend beschikt.
Het terrein waarop het verzoek betrekking heeft is zeker geschikt
voor de bouw van woningen. De ligging is daarvoor gunstig. Er bestaat
echter in de gemeente Leeuwarden ook sterke behoefte aan terreinen waar
bedrijfsfuncties kunnen worden uitgeoefend die zodanig gerelateerd zijn
aan het stadsgebeuren dat zij moeilijk naar industrieterreinen aan de
buitenkant van de stad verwezen kunnen worden. Momenteel is het enige
terrein, dat voor (binnen) stadsgerelateerde bedrijven beschikbaar is,
gelegen aan de Tijnjedijk. De vraag naar terreinen in dit gebied is groot.
Wij passen derhalve een sterke selectie toe om te voorkomen dat de
beschikbare, geringe, oppervlakte te snel is verkocht,
De vraag neemt eerder toe dan af, mede door maatregelen in het kader van
de stadsvernieuwing.
Gezien het grote belang van de gemeente voor binnen de bebouwde kom gelegen
bedrijfsterreinen hebben wij de fa. Mellema in januari van dit jaar reeds
aangeboden aan de Raad een voorstel te doen tot aankoop van het betrokken
terrein. Over de prijs kon echter geen overeenstemming worden bereikt.
De fa. Mellema kon zich met het afwijzende standpunt van ons College
niet verenigen. Derhalve heeft zij op 23 september 1977 hetzelfde ver
zoek tot U gericht.
Overeenkomstig het Reglement behandeling verzoek- en bezwaarschriften
hebben wij de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening om advies gevraagd.
De meerderheid van de Commissie laat de woonfunctie prevaleren boven de
bedrijfsfunctie mede in verband met de reeds aanwezige woonfunctie in de
omgeving en adviseert de Raad het verzoek van de fa. Mellema alsnog
in te willigen.
De planwijziging kan/zal ook consequenties hebben voor de bestemming van
de aangrenzende bedrijfsterreinen langs de Dokkumer Ee.
De meerderheid van ons College kan, na heroverweging van het verzoek,
met het advies- van de meerderheid van de Commissie voor de Ruimtelijke
Ordening instemmen. De wethouders Ten Brug, Eijgelaar en Rijpma kunnen het
bedoelde advies niet onderschrijven. Zij wensen de bedrijfsbestemming te
handhaven. Wel zullen daartoe de voorschriften in het vigerende bestemmings
plan een zodanige aanpassing behoeven dat conflicten tussen bedrijfs
uitoefening en woonmilieu vermeden kunnen worden.