- 10 - Op grond van het bovenstaande menen wij, dat de bezwaarschriften ongegrond moeten worden beschouwd. Van de bezwaarschriften hebben wij een copie aan deze raadsbrief gehecht. De originele exemplaren (eventueel met bijlagen) liggen voor U ter inzage. Resumerend stellen wij U voor de ingekomen bezwaarschriften ongegrond te verklaren en het ontwerp-bestemmingsplan Camminghaburen vast te stellen met in achtneming van de hiervoor onder 2.4. voorgestelde wijzigingen van de voorschriften, e.e.a. overeenkomstig bijgaand ontwerp-besluit De commissie voor de Ruimtelijke Ordening zal over het vorenstaande worden gehoord. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris. No. 17989- DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; overwegende, dat het wenselijk is ten behoeve van een nieuwe stads uitbreiding het bestemmingsplan "Camminghaburen" vast te stellen; dat het ontwerp voor dit bestemmingsplan, vergezeld van een toelichting, met ingang van 18 oktober 1977' gedurende een maand ter gemeentesecretarie voor een ieder ter inzage heeft gelegen; dat tegen het ontwerp-plan bezwaren zijn ingezonden door: 1de Hoofddirecteur van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf in Friesland te Leeuwarden; 2. de N.V. Nederlandse Gasunie District Noord-Oost te Deventer; 3. de Stichting Friese Milieuraad te Olterterp; 4. de Hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat, directie Friesland te Leeuwarden; 5. de heer A. Germeraad te Goutum; 6. de heer C. van der Zijl te Leeuwarden; dat hij onder het overnemen van de motivering opgenomen in het hierna genoemde voorstel van Burgemeester en Wethouders van oordeel is, dat deze bezwaren ongegrond zijn; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 8 december 1977 (bijlage no. 492); gelet op de Wet Ruimtelijke Ordening en op het Besluit op de Ruimtelijke Ordening; BESLUIT onder het overnemen van de motivering van het hiervoor bedoelde voorstel van Burgemeester en Wethouders; A. de tegen het ontwerp-bestemmingsplan "Camminghaburen" ingediende bezwaarschriften ongegrond te verklaren; B. vast te stellen het bestemmingsplan "Camminghaburen" zoals dit is vervat in de bij dit besluit behorende: a. kaart met bijbehorende verklaring, waarop de bestemming van de in het plan begrepen grond wordt aangewezen; b. voorschriften omtrent het gebruik van de in het plan begrepen grond en van de zich daarop bevindende opstallen, welk plan - voor wat betreft de voorschriften - op de volgende punten afwijkt van het ontwerp, dat ter visie heeft gelegen; I. lid 2 van artikel 5 onder B wordt als volgt gelezen: 2. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde onder A: a. voor de bouw van bedrijfsgebouwen voor de uitoefening van detailhandel, mits deze handel samenhangt met of voortvloeit uit het ter plaatse gevestigde of te vestigen bedrijf en voor postorderbedrijven, verkooppunten van tweedehandsauto's, caravans en naar de aard daarmede gelijk te stellen volumineuze goederen; b. voor de bouw van toonzalen waarin goederen worden verkocht, die gelet op hun karakter een verhoudingsgewijs groot vloer oppervlak vereisen, mits hierover advies wordt ingewonnen van de Rijksconsulent voor Handel, Ambacht en Diensten en van de Kamer van Koophandel en Fabrieken; c. voor bedrijfsgebouwen voor de uitoefening van andere dan de onder a en b bedoelde detailhandel, mits een distributie- planologisch onderzoek aantoont, dat het verlenen van vrij stelling verantwoord is en nadat Gedeputeerde Staten hebben verklaard tegen het verlenen van vrijstelling geen bezwaar te hebbenj

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 311