- 4 -
Differentiatie in de tarieven kan op deze wijze leiden tot een spreiding
van benzinepompen.
Aan de andere kant zou een vrij stevig uniform tarief remmend kunnen
werken.
Bij een uniform tarief wordt in de hand gewerkt, dat alleen pompen
verrijzen op die punten, waarvan de exploitant een gunstig exploitatiere
sultaat verwacht.
Het tarief volgens het ontwerp is gebaseerd op een vast bedrag per
installatie en verder een vast bedrag voor elk extra aangebracht aftappunt.
Dit tarief (per aftappunt) legt een zekere relatie met de om te zetten
aantal liters brandstof.
Voorts stellen wij U voor het tarief voor een bezinetank c.a. (nr. 69
tarieventabel) te baseren op de inhoud van de tank. Tot nu toe was hiervoor
een vast recht van toepassing 50,per jaar).
Rubriek 7« Reclamevoorwerpen.
Onder deze rubriek hebben wij tarieven opgenomen voor het hebben van
reclameborden enz. Verschil in tarief is gemaakt tussen borden zonder kunst
verlichting en met kunstverlichting (nrs. 70 en 71
Het tarief per week onder nr. 70 van de tarieventabel heeft betrekking
op de tijdelijke vergunningen.
Wij hebben gemeend de heffing te moeten beperken door alleen die bor
den in de heffing te betrekken, voorzover zij meer dan 0.50 m buiten de ge
vellijn uitsteken, (voorwerpen boven de openbare grond).
Het tarief is onderverdeeld in drie categorieën welke samenhangen met
de oppervlakte van de reclamevoorwerpen.
Rubriek 8/9. Andere voorwerpen onder, op of boven openbaar gemeentewater
en/of -grond.
Het betreft hier voornamelijk voorwerpen enz. welke volgens de huidige
verordening ook reeds worden belast.
Nieuw zijn o.a. de rechten voor het hebben van vloeistoftanks anders
dan brandstoftanks (nr. 88) en de rechten voor een verkoopautomaat boven de
grond (nr. 94).
Onder nr. 95 vindt men de rechten voor een kelder, kelderingang enz.
Te dien aanzien merken wij op, dat het voorkomt, dat een kelder of kelderin
gang behoort bij een perceel, voorkomende op de monumentenlijst. Het heffen
van rechten van deze bouwwerken komt ons niet gewenst voor, omdat het uit
historisch oogpunt van belang is deze bouwwerken te behouden. Wij stellen
U daarom voor deze kelders en kelderingangen op te nemen onder de vrijstel
lingen (zie artikel 9 sub. 10).
Nr. 11 In- en overritten
Wij stellen voor het recht voor het hebben van een in- of overrit
ter breedte van niet meer dan 3 meter te bepalen op 25,per jaar (was
f 2,50). Voor elke meter breder dan 3 meter ware het recht te verhogen met
7,50.
In de bestaande verordening is een gereduceerd tarief opgenomen voor
vergunninghouders'die een vergunning hebben aangevraagd tegelijk met de
aanleg van het gemeentelijk trottoir en die daarbij de benodigde grond des
tijds kosteloos of tegen betaling van ten hoogste 1,aan de gemeente
hebben afgestaan. Deze vergunninghouders betalen voor een in- of overrit
niet breder dan 3 meter 0,25 per jaar. Voor elke meter breder dan 3 meter
eveneens 0,25.
Wij stellen U voor het gereduceerde tarief ook aan te passen en te be
palen op het in de verordening gehanteerde minimum-tarief van 10,per
jaar voor een in- of overrit niet breder dan 3 meter. Voor elke meter breder
dan 3 meter ware het recht te verhogen met 5>
DE VERORDENING
In de ontwerp-verordening is rekening gehouden met de sedert de wetswijzi
ging van 24 december 1970 van kracht zijnde wettelijke voorschriften.
Artikel 7 geeft aan, op welke wijze het recht moet worden berekend.
Gedeelten van een eenheid van tijd, hoeveelheid of afmeting worden voor een
geheel gerekend.
Voorts is in dit artikel een bepaling opgenomen, dat alle belastingaansla
gen worden afgerond op hele guldens naar beneden.
Teneinde de inning van kleine bedragen te voorkomen is in artikel 6 een
bepaling opgenomen, dat belastingaanslagen beneden 10,niet zullen worden
opgelegd.
Artikel 9» (vrijstellingen)
Naast de bestaande vrijstellingen (betreft sub 1, 2 en 7zijn een groot
aantal nieuwe vrijstellingen opgenomen. Dit is het gevolg van de uitbreiding
van het aantal te belasten voorwerpen. O.a. is een vrijstelling opgenomen
voor door de P.T.T. aangebrachte brievenbussen (sub 4).
Ook is een vrijstelling opgenomen van voorzieningen, welke t.b.v. minder-vali-
den zijn aangebracht. Gedacht is hier b.v. aan een overrit bij een woning
e.d. (sub 16).
Artikel 15 van het ontwerp gaat er van uit, dat de "jaartarieven" worden ge
heven met ingang van 1 januari 1978.
Dit is van belang in verband met de automatisering van de belasting
administratie, welke er van uit gaat, dat alleen .jaartarieven via het ge
automatiseerde systeem kunnen worden verwerkt.
Uitvoering
Ter uitvoering van dit ontwerp zal de precario-administratie in zijn ge
heel opnieuw moeten worden opgezet. Voorts zullen de nieuw te belasten voor
werpen c.a. moeten worden opgespoord en geïnventariseerd. Deze opzet vergt
dus tijdelijk extra werk en mankracht.
Voorts achten wij het noodzakelijk, dat voor het bijhouden van het
precariobestand en de controle op de naleving van de precario-verordening een
belastingcontroleur wordt ingeschakeld.
Behalve op de controle op de naleving van de precarioverordening kan
de aan te stellen controleur worden belast met de controle op de uitvoering
van de hondenbelastingverordening.
Door een goede controle wordt naar onze mening bereikt, dat de heffing
van de rechten ook daadwerkelijk wordt geëffectueerd, waardoor een onrecht
vaardige toepassing van de verordening zo veel mogelijk wordt beperkt.
In verband met het vorenstaande stellen wij U voor een krediet van
rond 50.000,beschikbaar te stellen. De dekking kan plaats vinden uit
de meeropbrengst precariorechten 1978.
In verband met het vervallen van het ponsplatenbestand van het bevol
kingsregister zal bovendien de precario-innings-administratie worden geau
tomatiseerd door toevoeging aan het onroerend-goedbelastingensysteem. Wij
zullen hiertoe binnenkort een apart voorstel doen.
Opbrengsten/perceptiekosten
De opbrengsten volgens de tarieven van de ontwerp-verordening kunnen
op jaarbasis worden geraamd op 315*000,Hierin is begrepen een bedrag
van rond 50.000,voor nieuw te belasten voorwerpen enz. In de ontwerp
begroting voor 1978 is rekening gehouden met een opbrengst van 112.000,
De meeropbrengst kan dus worden berekend op 365.000,minus 112.000,
is 253.000,