4
V 199
V 200
P 201
Geeft het de abituriënten
van het stedelijk gymnasium
die filosofie in hun eind
examenpakket hebben gekozen
voordeel of nadeel bij de
kans op een plaats in het
wetenschappelijk onderwijs?
Is voortzetting van dit
experiment voor de komende
jaren verzekerd?
Hoe wordt er in het gemeen
telijk beleid rekening ge
houden met een ander urgentie-
punt van het ministerie, n.l.
de middenschool?
En hoe wordt er aandacht be
steed aan de achterstand in
onderwijsmogelijkheden voor
meisjes?
Is u iets bekend over de
"status" van de opleidingen
voor de middelbare akten,
zoals die tot dusverre worden
verzorgd door de Noordelijke
Leergangen, wanneer in de
toekomst het part-time hoger
onderwijs nieuwe stijl zal
zijn opgenomen in het geheel
van hoger onderwijs, waarover
U schrijft op biz. II-4-5?
199» Het feit of het vak filosofie
al dan niet in het eindexamen
pakket is opgenomen is van geen
enkele invloed op de beslissing
omtrent de plaatsing op een
inrichting voor wetenschappe
lijk onderwijs. Voor verschil
lende studierichtingen - b.v.
wiskunde, sociologie en
psychologie - is het vak echter
wel van nut.
Wij verwachten dat het experi
ment qua belangstelling en
medewerkers zal kunnen worden
voortgezet.
200. De voorwaarden om met het
middenschool-experiment te
beginnen waren in Leeuwarden
indertijd niet aanwezig; zodra
echter de contouren van de
middenschool zich na de lande
lijke evaluatie van midden
school-experimenten duidelijker
gaan aftekenen stellen wij
ons voor in overleg met de
planningscommissie voor het
voortgezet onderwijs passende
maatregelen te treffen.
Voor zover er van achterstand
bij meisjes sprake is zal dit
door een maatschappelijke
aanpak dienen te worden achter
haald. Onderwijsmogelijkheden
zijn er voor meisjes voldoende.
201Zoals bekend zal in verband
met de ontwikkeling van nieuwe
lerarenopleidingen een einde
moeten komen aan de part-time
opleidingen voor m.o.-akten.
In de Nota Hoger Onderwijs
in de Toekomst (HOT-nota)
hebben de bewindslieden van
Onderwijs en Wetenschappen
het voornemen kenbaar gemaakt
om aan bestaande instellingen,
waaronder m.o.-instituten,
mogelijkheden voor avond- en
weekendonderwijs te verschaf
fen. Voor de lange termijn
hebben zij gedachten ontvouwd
voor het verder ontwikkelen
van deze vorm van onderwijs
binnen het kader van het
hoger onderwijs.