- 6 -
Teneinde de desondanks aanwezige risico's in de eerste vijf jaar na
realisering niet alleen voor rekening van de gemeente te doen zijn,
hebben wij met succes onderhandeld met de andere deelnemende
partners over het verstrekken van exploitatiegaranties in de eerste
vijf jaar. In punt 4 zal hierop nader worden ingegaan.
De dekking van de te derven netto—parkeeropbrengsten van het
Wilhelminaplein na realisering van de parkeergarage zal bij de
bijstelling van het beleidsplan 1978-1982 worden geregeld.
De in het voorgaande opgesomde financiële inbreng van de zijde
van de gemeente in de parkeergarage achten wij in het licht van
de daarmee te verwezenlijken doelstelling aanvaardbaar, mits de
financiële risico's in de eerste vijf jaar voor een aanzienlijk
deel door de overige partners worden gedragen.
- 7 -
4. Exploitatiegaranties
Met betrekking tot de problematiek van de noodzakelijke exploi
tatiegaranties kunnen wij U het volgende meedelen. Met de verschillen
de partners, die in principe zullen deelnemen in de stichting die de
parkeergarage gaat beheren, hebben wij onderhandeld over het verstrek
ken van een exploitatiegarantie. Hierbij is als uitgangspunt gekozen,
dat de exploitatie van de garage gedurende de eerste vijf jaar na re
alisering in voldoende mate wordt gedekt door andere partners dan de
gemeente.
Wij hebben daarom onderhandeld op basis van een te verkrijgen exploi
tatiegarantie van alle partners gezamenlijk van in totaal 625.000,
per jaar, gedurende vijf jaar, ter dekking van eventuele verliezen.
Hierbij is tevens als uitgangspunt gekozen voor het systeem, waarbij
de voorgecalculeerde onderbezettingsverliezen in de eerste drie jaar
geen aanleiding zijn de garanties aan te spreken. Hierbij zij opge-
merkt, dat de thans berekende onderbezettingsverliezen in het eerste,
tweede en derde jaar qua geldsbedragen op het huidige niveau moeten
worden gefixeerd, teneinde een te grote verschuiving van verliezen
naar de toekomst te blokkeren. De stand van deze onderhandelingen is
vermeld in bijlage 2 punt V bij dit voorstel.
Het blijkt dat van de zijde van het plaatselijke bedrijfsleven
in principe aanzienlijke exploitatiegaranties zijn toegezegd. Gecon
cludeerd mag worden, dat het bedrijfsleven hiermee metterdaad heeft
bewezen het belang van de ondergrondse parkeergarage voldoende te on
derkennen.
De individuele partners hebben echter enige bijkomende voorwaar
den gesteld, die deels niet overeenkomstig de uitgangsstelling zijn,
deels een ontbindend karakter hebben en tot slot een beslissing van
de gemeente, als financiële partner vereisen. Met name ook voor wat be
treft het aandeel van de gemeente in de exploitatiegarantie bestaat
bij de overige partners onzekerheid. Het is nodig dat elk der indivi
duele partners, inclusief de gemeente, nog een laatste beslissing
neemt, teneinde de garanties op elkaar af te stemmen en effectief te
maken.
Naar onze mening is de stand van zaken met de exploitatiegaran
ties zodanig, dat een voor alle partijen aanvaardbaar compromis voor
handen is. De volgende constructie achten wij aanvaardbaar.
Indien zich in de eerste vijf jaar, afgezien van de geraamde onderbe-
zittingsverliezen, exploitatietekorten voordoen, worden die als volgt ge
zamenlijk gedekt door exploitatiegaranties van de verschillende part
ners.
a. De Commissie Centrum Winkeliers, c.q. de Stichting Parkeergarages
Leeuwarden voor een bedrag van 200.000,per jaar, gedurende vijf
jaar. Deze garantie loopt via het fonds dat de gezamenlijke midden
stand bijeen heeft gebracht in de Stichting Parkeergarages
Leeuwarden. Dit fonds zal daarbij aangevuld worden met de rente
opbrengst van de belegging daarvan en de jaarlijkse netto-opbrengst
van de winkeliersacties gedurende de feestmaanden aan het einde
van elk jaar;
b. De bij de Raad voor het Grootwinkelbedrijf, kring Leeuwarden, aan
gesloten bedrijven voor een bedrag van 190.000,per jaar, ge
durende vijf jaar. Van deze 190.000,is een bedrag van
100.000,afkomstig van Vroom en Dreesman, die als bijkomende
voorwaarde heeft gesteld maximaal 'lO'/o van het verlies (inclusief
de voorgecalculeerde aanloopverliezen maar exclusief onroerend—
goedbelasting) te zullen garanderen;