Ministerie van Economische Zaken Ministerie van Economische Zaken Een tweede opmerking betreft de weergave door U van de moda liteiten van de door NEOM te verstrekken achtergestelde lening. U hebt in Uw Raadsvoorstel de opmerking gemaakt dat aflossing op deze lening moet plaatsvinden nadat en voorzover er van exploitatie overschotten sprake is ter wijl van aflossing helemaal geen sprake zou hoeven zijn in dien na afloop van de looptijd van de lening nog slechts sprake zou zijn van exploitatie verliezen. Van NEOM-zijde is, zo werd mij verzekerd, opgemerkt dat het buitengewoon onwaarschijnlijk is dat na afloop van de lenings periode nog sprake zou zijn van exploitatie-tekorten. Mocht dat niettemin het geval zijn dan is het zeer wel denkbaar, dat de leningsmodaliteiten inclusief de aflossing als dan ter discussie komen. De derde en laatste opmerking betreft de passage waarin de beschikking over aardgas ter sprake komt. Ik merk hierover op dat het energiebesparingsbeleid van de centrale overheid niet alleen mikt op energiebesparing, maar tevens op het zo lang mogelijk kunnen beschikken over onze eigen gasvoorraden. Uw gemeenteraad heeft in een motie te kennen gegeven dat voor tenminste 20 jaar de gasvoorziening voor dit project gewaarborgd zou moeten zijn. Er kan echter in het licht van bovenstaand beleid, hetgeen volkomen past in het energiebeleid van de Europese Gemeenschappen en van het Inter nationaal Energie Agentschap te Parijs, waarvan Nederland deel uitmaakt, geen gas beschikbaar worden gesteld voor. dit project naast het gas waarover U thans reeds beschikt. In concreto betekent dit dat de hulpwarmtecentrales gestookt zouden kunnen worden op zwavelarme lichte olie, en de warmte kracht-eenheid op bijv. kolen, ervan uitgaande dat op korte termijn de daarvoor benodigde apparatuur beschikbaar is welke ook tegemoet komt aan door milieu-omstandigheden te stellen eisen. Indien dit echter niet op de gewenste termijn realiseer baar zou zijn, zou uiteraard nader overleg plaats kunnen vinden over de als dan te kiezen oplossing. Tenslotte merk ik op dat in Uw voorstel aan de Raad eigenlijk niet 0f nauwelijks wordt ingegaan op de mogelijkheid ook door PEB een bijdrage te doen leveren aan het welslagen voor dit project doordat bijv. in de beginfase ervan de warmte wordt geleverd tegen een geringere prijs dan de kostprijs, waarvoor naderhand gecompenseerd zou kunnen worden. Hopend U met deze nadere toelichting van dienst te zijn geweest Met de meeste hoogachting, De plv. Directeur Algemeen Energiebeleid (Drs. H.F.G. Geijzers) cc. NEOM B.V. VERVOLGBLAD NR -2- VERVOLGBLAD NR 2

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 249