Artikel 15.
De vergunning is riiet aan een persoon gebonden; zij gaat over op de recht-
verkri j genden
Artikel 16.
Artikel 16 geeft een opsomming van de gevallen, waarin de vergunning kan
worden ingetrokken. Onder meer kan een dergelijk geval aanwezig zijn
bij verandering van omstandigheden of inzichten sedert het verlenen van
de vergunning (letter f).
De rest van de opgesomde gevallen spreekt voor zichzelf. Yoor een schade
vergoedingsregeling zij verwezen naar artikel 17 en de toelichting daarop.
Beroep is eveneens mogelijk; dit heeft - behalve in spoedeisende gevallen -
schorsende werking.
Artikel 17.
Op grond van de verordening kan alleen schadevergoeding worden gevraagd
voor zover een intrekkingsbeschikking wordt genomen binnen de beleidsmarge
van de gemeente. Daarbuiten zullen de aanspraken eventueel moeten worden
gebaseerd op bijvoorbeeld de reglementen van de beheerder van een zuiverings
inrichting, indien de gemeente op grond daarvan tot een besluit gedwongen
wordt
Het is billijk dat een vergunninghouder aanspraak kan maken op een ver
goeding van schade die een gevolg is van de intrekking of wijziging van een
vergunning en die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort
te komen.
Daarnaast echter heeft een schadevergoedingsregeling betekenis om de
volgende reden.
In het ontbreken van een schadevergoedingsregeling zou een beperking kunnen
zijn gelegen in de mogelijkheden voor een gemeentebestuur om een vergunning
die zou moeten worden ingetrokken, ook inderdaad in te trekken. Indien een
schadevergoeding kan worden aangeboden zal tot intrekking kunnen worden
overgegaan onder omstandigheden waarin - zou er geen schadevergoedings
regeling zijn - bij een afweging van de belangen van de vergunninghouder
tegen het algemeen belang van de intrekking eerstbedoelde belangen door
slaggevend zouden zijn.
Artikel 18.
Tegen de beschikkingen van Burgemeester en Wethouders kan, voor zover deze
zijn genomen binnen de vrije beleidsmarge van de gemeente, door de aanvrager
beroep worden ingesteld bij de Raad. In afwijking van het model wordt in
het vijfde lid een termijn genoemd van drie maanden. Laatstbedoelde termijn
biedt iets meer ruimte en sluit bijvoorbeeld ook aan bij die in de Bouw
verordening.
In die gevallen waarin de gemeenteraad de beslissing van Burgemeester en
Wethouders handhaaft, is voor de aanvrager A.R.O.B. beroep mogelijk op
de afdeling rechtspraak van de Raad van State. Verder is er voor de derde-
belanghebbendedie stelt in zijn belangen te zijn getroffen, de mogelijk
heid een bezwaarschrift in te dienen bij Burgemeester en Wethouders en
vervolgens kan deze in beroep gaan bij de afdeling rechtspraak van de
Raad van State.
- 5 -
In afwijking van het model bevat dit artikel geen bepaling waarin beroep
op Gedeputeerde Staten opengesteld wordt ten aanzien van beschikkingen van
de gemeenteraad inzake schadevergoedingen. In plaats daarvan is (direct)
A.R.O.B.-beroep mogelijk.
Artikel 19.
Evenals destijds is gebeurd bij de vaststelling van de Brandbeveiligings
verordening Leeuwarden, willen wij U ook bij de aanbieding van dit
ontwerp wijzen op het belang van zo uniform mogelijke procedurevoorschriften.
Vandaar dat de onderhavige bepaling overeenstemt met die welke in ver
ordeningen van vrij recente datum reeds voorkomt. In het model is niet
een dergelijke bepaling opgenomen. De reden daarvoor is, dat in de ver
schillende gemeenten in sommige gevallen wel een algemene Commissie voor
de Beroepschriften is en in andere gevallen niet.
Artikel 20.
Vaste afvalstoffen die met behulp van zogenaamde versnijdende apparatuur
op de riolering worden geloosd, kunnen de goede werking van een rioolwater
zuiveringsinstallatie belemmeren.
Het verbod dat neergelegd is in dit artikel, beperkt zich tot het gebruik*
van voor bewoning bestemde gebouwen. Voor andere gevallen kunnen ter zake
voorschriften worden gegeven, verbonden aan een vergunning of in de nadere
regels, als bedoeld in artikel 4«
Artikel 21
Overtreding van de bepalingen van deze verordening kan rechtstreeks strijd
opleveren met de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (zie artikel 1
van deze wet, in het bijzonder het tweede lid van dat artikel).
Artikel 28 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren bevat de straf
bedreiging. Met het oog hierop is in artikel 22 van de verordening de
beperking opgenomen die verwijst naar artikel 28 van de Wet verontreiniging
oppervlaktewateren.
Niet elke overtreding van de lozingsverordening riolering leidt echter tot
overtreding van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, namelijk niet
de overtreding van die voorschriften welke niet voortvloeien uit voor
schriften van de beheerder. Met name valt hierbij te denken aan de voor
schriften die tot doel hebben het gemeentelijke rioolstelsel te beschermen.
Voor dit deel van de voorschriften, die niet altijd waterdicht te scheiden
zijn van die welke voortvloeien uit de voorschriften van de beheerder,
moet de lozingsverordening zelf de strafbedreiging bevatten.
Artikel 23.
Het toezicht op de naleving van de bepalingen van de verordening kan be
halve aan de door Burgemeester en Wethouders aangewezen ambtenaren worden
opgedragen aan de krachtens artikel 25 van de Wet verontreiniging opper
vlaktewateren aangewezen ambtenaren. Op deze wijze is het mogelijk bij het
toezicht op de naleving bijvoorbeeld de deskundige ambtenaren in te schake
len die in dienst zijn van de beheerder van een zuiveringsinstallatie en
te beschikken over de daar aanwezige kennis en toerusting.